Translate
zondag 22 april 2012
Sociale media
powerpoint op http://www.slideshare.net/jurroencluitmans/les-some
inleiding
Het internet is de laatste jaren explosief gegroeid. Sociale media zijn verantwoordelijk voor een groot deel van deze groei. Op Youtube bijvoorbeeld tref je tal van filmpjes aan, waarin duizelingwekkende getallen de omvang van sociale media proberen te duiden. En hoewel bijvoorbeeld dit filmpje pas ruim een maand geleden is geplaatst, zijn de data alweer achterhaald.Het maken van een les over sociale media, is makkelijker gezegd dan gedaan. Want hoe vat je iets wat zo groot is, samen in een les van twee maal drie kwartier?
Als we praten over sociale media, denken we al snel aan 'The Big 5, namelijk Hyves, Facebook, Twitter, Linkedin en de relatieve nieuwkomer Google+. Maar er zijn er veel meer. Zoals 'de nieuwe rage' Pinterest of het vriendennetwerkje Path, het locatiegebaseerde Foursquare of routeplanner Waze. Een, overigens zeker niet volledig, overzicht is de vinden op http://social-networking.findthebest.com/.
geschiedenis en definitie
Hoewel sociale media een trend van de laatste jaren lijken te zijn, bestaan ze al bijna 35 jaar. Sociale media zijn daarmee weliswaar niet ouder dan het internet, maar de ontwikkeling van sociale media zijn wel hand in hand gegaan met de ontwikkeling van het internet.
Van sociale media zijn verschillende definities in omloop. In de kern lijken ze op elkaar. Zo schrijft de Nederlandse wikipedia: Sociale media (de Engelse term social media is ook in het Nederlands gangbaar) is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling.
Kaplan en Haenlein definiëren sociale media als "een groep internetapplicaties die gebruikmaken van de ideologie en de technologie van Web 2.0 en de creatieve uitwisseling van User Generated Content". Deze definitie verschuift overigens het beginpunt van sociale media een stuk verder naar het heden. Web 2.0 is het "tweede generatie" internet, waarbij gebruikers niet meer uitsluitend internetpagina's lezen zoals ze de televisie gebruikten, maar zelf actief aan de slag gaan met het uploaden en delen van informatie. Deze omslag wordt veelal aan het begin van deze eeuw geplaatst. Helemaal correct is dat niet, want ook voor 2000 waren al individuen actief bezig met het uploaden en delen. Het was echter technisch vaak nog een hele klus om dat voor elkaar te krijgen. Het is eerder zo dat technologieën achter web 2.0 het voor de leek mogelijk maakte om zelf actief als zender te gaan optreden.
Inmiddels is het web 3.0 in ontwikkeling. Dit is de ontwikkeling van de verdere integratie van internettoepassingen. Naast de term web 3.0 duikt ook vaak de term semantisch web op. Sommigen beschouwen deze begrippen als synoniem, anderen zien verschillen.
graaien in de bak met data
Sociale media maken het mogelijk dat individuele gebruikers enorme hoeveelheden data aan het internet toevoegen. Nieuwe technologieën maken het mogelijk deze data steeds meer aan elkaar te koppelen en steeds beter doorzoekbaar te maken. Vergelijk bijvoorbeeld eens http://www.wolframalpha.com/ met de zoekmachine Google. Door de enorme hoeveelheid data die beschikbaar zijn, wordt meer en meer de vraag wie bepaalt wie welke data ziet.
Vroeger was het leven eenvoudig. We hadden een krant en het journaal. Die krant werd, bij gebrek aan meer informatie, van A tot Z gespeld. Heel wat mensen lazen op maandagochtend het gehele sportkatern, hoewel korfbal en volleybal hen echt niet interesseerde. Maar er was op maandagochtend niet meer informatie beschikbaar.
(Vergelijk dit eens met ontwikkelingen in de financieel-administratieve hoek. Ook daar zien we dat in de systemen steeds meer data beschikbaar zijn. Daar waar de aandacht vroeger vooral was gericht op de input (het voeren van de boekhouding) en voor de verantwoording achteraf informatie uit het systeem werd gehaald (de traditionele jaarrekening), zie we steeds meer de ontwikkeling richting real-time-informatie.)
Een belangrijke vraag is wie in de toekomst het nieuwsoverzicht bepaalt. De hoeveelheid informatie die je via de sociale media ontvangt van vrienden, bekenden en onbekenden die je volgt, neemt immers hand over hand toe. Alles lezen en alle filmpjes bekijken is simpelweg niet mogelijk. Vroeger waren het de journalisten (van krant en TV) die bepaalden welk nieuws je zag en welk nieuws ziet.
Neem Facebook als voorbeeld. Als je zelf niets doet, bepaalt Facebook in belangrijke mate wat je ziet. Facebook kun je uiteindelijk zien als een enorme database met dat die de gebruikers erin stoppen. Tijdens het erin stoppen, bepaalt de zender wie wat mag zien. Dit hangt samen met de algemene privacy-instellingen, maar ook met de instellingen per afzonderlijke post. Naast de algemene instellingen als "vrienden" en "vrienden van vrienden", kun je dit middels lijsten verder verfijnen.
Door middel van deze instellingen bepaalt de zender of jij straks als ontvanger een bepaalde post mag zien. Maar dat je hem mag zien, wil nog niet zeggen dat je hem daadwerkelijk ziet. De post moet natuurlijk wel in je nieuwsoverzicht komen op het moment dat jij kijkt. Om de kans te vergroten dat jij de posts ziet waar je werkelijk in geïnteresseerd bent, gebruikt Facebook een algortihe, Edgeranking. Standaard is Facebook zo ingesteld dat dit algoritme bepaalt wat jij wel en niet ziet. Standaard, want je kunt het zelf aanpassen.
Ook voor marketeers is dit belangrijk. Daar waar een advertentie op een redactionele pagina in de krant duurder is dan een advertentie op een advertentiepagina en een tv-commercial voorafgaand aan een veel bekeken programma duurder dan midden in de nacht, proberen marketeers zo hoog mogelijk door te dringen in de top van de nieuwsoverzichten.
classificatie en marketing
Zoals we al gezien hebben, bestaan sociale media in vele soorten en maten. Op http://www.social-media.nl/social-media-categorieen.php worden verschillende categorieën onderscheiden en besproken. Een bekende "classificeerder" is FredCavazza.net. De worsteling met het indelen maar ook de ontwikkeling in het landschap van sociale media, blijkt uit de verschillende plaatjes die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld. In het laatste plaatje, uit 2011, staan Facebook en Google in het centrum van de sociale-mediakosmos.
Maar de discussie over een goede indeling, zal nog wel even doorgaan. Voor marketeers hebben Kaplan en Haenlein baanbrekend werk verricht. Zij geven tien tips, die niet alleen elke marketeer, maar ook elke (adviserende) accountant goed in zijn oren zou moeten knopen. Want de invloed van sociale media op het koopgedrag is groot.
De marketingbudgetten voor sociale media groeien hard. Forbes verwacht dat in 2016 er net zoveel aan sociale-media-marketing wordt uitgegeven dan er nu aan tv-marketing wordt uitgegeven: 77 miljard. Het accent ligt hierbij vooralsnog op de B-to-C-marketing, maar de discussie over de inzet van sociale media in B-to-B is zeker begonnen.
Voor bedrijven is het ook van belang om zicht te hebben op de motieven van consumenten om te stoppen met het volgen van een bedrijf op Twitter of het unliked van een fanpage op Facebook. Te vaak posten en te vaak herhalen zijn de belangrijkste redenen waarom mensen afhaken.
verdienmodellen
Hoe verdienen sociale netwerken nu hun geld? Het merkwaardige is dat ze dat zelf niet altijd weten, of althans, dat ze nog niet altijd weten hoe ze dit gaan doen. Vaak lijkt het er op dat een netwerk begint, eerst op zoek gaat naar voldoende deelnemers en dan pas een verdienmodel opzet. Interessant is bijvoorbeeld deze blog over het verdienmodel van Twitter.
Bij sommige netwerken is het wel duidelijk waar het geld vandaan komt. Neem bijvoorbeeld de advertenties op Facebook. Deze advertenties zijn echter wel gepersonaliseerd. Hoe dat in zijn werk gaat, legt Facebook zelf uit.
Een ander veelgebruikt model is het gratis beschikbaar stellen van de basisapplicatie en vervolgens (op termijn) tegen betaling extra mogelijkheden ter beschikking te stellen. Dit zien we bijvoorbeeld bij Instagram dat het idee had bepaalde fotofilters tegen betaling ter beschikking te gaan stellen. Na de overname door Facebook lijkt dit echter al achterhaald. Ook de premiumdiensten op Linkedin zijn hier een voorbeeld van.
Een ander model is om enerzijds gratis versies met reclame ter beschikking te stellen en om vervolgens de mogelijkheid te bieden om een betaalde appje te downloaden, waarmee je van de reclame ontlast wordt. Dit zien we onder meer bij spelletjes, zoals bij Wordfeud en Rumble. Ondanks nieuwe verdienmodellen zijn het vooralsnog toch vooral de advertentie-inkomsten die centraal staan in het verdienmodel.
accountants
Hoe denken accountants eigen over sociale media? Wie aan accountants en sociale media denkt, denkt natuurlijk meteen aan TUACC. Ook op Linkedin zijn accountants meestal wel te vinden. Maar volgens jan Wietsma zijn accountants toch geen grote social-mediafans. Toch wil dat niet zeggen dat accountants(-organisaties) afwezig zijn. Zo zijn, overigens met name vanuit een HR-perspectief, de grote vier alle vier actief op Facebook. Een accountantsorganisatie dat een duidelijke visie op sociale media heeft, is Deloitte.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten