Translate

dinsdag 3 december 2019

De identiteit van: triple-entry bookkeeping

Triple-entry bookkeeping. Een begrip dat de laatste jaren regelmatig opduikt in combinatie met de term blockchain. En dat is jammer. Want triple-entry bookkeeping is wat anders, en wat meer.

Voor wie geen idee heeft wat triple-entry bookkeeping  eigenlijk is, raad ik aan om na het lezen van deze blog eens het proefschrift van Blommaert te lezen. Dat is te vinden op https://cris.maastrichtuniversity.nl/portal/files/1592762/guid-499f7225-3ab3-41bb-9af0-1961d9efc2ca-ASSET3.0.pdf.

Een van de grote misvattingen die zelfs onder mensen die iets denken te weten van boekhouden bestaat, is dat dubbel boekhouden betekent dat we debet en credit gebruiken. Debet en credit echter zijn, in het boekhouden zoals wij het kennen, manieren om negatieve getallen te vermijden. Ten tijde van de uitvinding van het Venetiaans koopmansboekhouden, zoals vastgelegd door Pacioli, was dat een belangrijk iets. Niet alleen waren negatieve getallen nog niet geaccepteerd als een bestaand iets, de Roomse kerk had er ook een duidelijke mening over, die gebruikers richting de brandstapel leidde. Ondertussen zijn negatieve getallen gemeengoed in de wiskunde, evenals bijvoorbeeld irrationele getallen (wortel 2, of e of pi) of complexe getallen (wortel uit -1). En een boekhoudprogramma werkt net met debet en credit, maar gewoon met plus en min.

Ook in het enkel boekhouden (zoals dat overigens door Pacioli beschreven is) werken we met debet en credit. Dat enkel boekhouden zegt iets over de balans, oftewel over de samenstelling van het vermogen. Het zegt echter niets over de verandering in het vermogen. Willen we daar wat over zeggen, dan hebben we (even afgezien van stortingen en onttrekkingen) een tweede dimensie nodig: de hulprekeningen van het eigen vermogen, oftewel de resultatenrekening.

Natuurkundig gezien kun je de balans zien als een positie en de resultatenrekening als de verandering in de positie. Die verandering is de tweede dimensie (weer niet te verwarren met de tweede dimensie in de natuur, maar dat is een ander verhaal). Bij twee dimensionaal boekhouden houd je niet alleen de positie (balans) bij, maar ook de verandering hierin (resultatenrekening). Dit is natuurlijk nog steeds met debit en credit in de traditionele manier te doen. Hierbij is Debet niets anders dan -Credit.

Maar wat is nu driedimensionaal boekhouden? Dat is het toevoegen van een derde dimensie, naast samenstelling (balans) en verandering in de omvang (resultatenrekening) van het Eigen Vermogen. Als de balans iets zegt over de positie, de resultatenrekening over de verandering in positie (snelheid), dan is het logisch dat derde dimensie iets moet zeggen over de verandering in de snelheid. Oftewel, iets over de versnelling.

Ik leg dit altijd uit met een schaatser en een hardloper. De beginpositie van beiden is de startlijn. Dat is beider beginbalans. Na 10 seconden (laten we zeggen dat dit een boekjaar is) hebben beiden ongeveer 100 meter afgelegd. Die 100 meter is het resultaat over dat boekjaar van 10 seconden. En hun eindbalans (dimensie 1) na het boekjaar van 10 seconden, is identiek, nl. 100 meter. De snelheid die zij gerealiseerd hebben (100 meter in 10 seconden, dimensie 2), is ook identiek. En toch weten we dat de schaatser gaat winnen als we nog even door gaan. Zijn versnelling (dimensie 3) is immers hoger dan die van de hardloper.

Blommaert geeft duidelijk aan dat die versnelling te meten is, op basis van historische feiten. Het drie-dimensionale boekhouden geeft dus mogelijkheden om iets te zeggen over de toekomst. Maakt het mogelijk om bij een 3400-verklaring een redelijke mate van zekerheid te geven, omdat de uitgangspunten (de versnelling) uit de (gecontroleerde) administratie komen.

Maar er is nog een veel belangrijkere reden waarom drie-dimensionaal boekhouden van belang is. In les 1 van bedrijfseconomie wordt uitgelegd wat het verschil is tussen financial accounting en management accounting. En financial accouting (de jaarrekening) is niet geschikt om als basis te dienen voor bedrijfseconomische adviezen (management accounting). Triply-entry bookkeeping maakt het echter mogelijk om het systeem van financial accounting in tact te laten (en dus een "goede" jaarrekening) en er tevens stuurinformatie aan toe te voegen.

Iiri beschreef de mogelijkheden van de derde dimensie in 1966. Blommaert zijn proefschrift in 1994. Wie vasthoud aan het boekhouden zonder derde dimensie, wil leven in de tijd van Pacioli. Dat mag. Maar als je op basis van dat boekhoudsysteem je klanten adviseert, vertel ze dan ook even dat de zon om de aarde draait.

vrijdag 4 januari 2019

Een kleine fout of een grote leugen?


Gisteravond werd ik gewezen op een artikel op Accountantweek, onder de titel 7 moral hazards van metingen in de accountancy Het eerste dat me opviel was de wel bijzondere definitie die de auteur aan het begrip moral hazard gaf: “Onzekerheden worden ingewisseld voor een vals gevoel van veiligheid”. Een definitie die haaks staat op wat mijns inziens normaal gesproken onder moral hazard wordt verstaan: Moral hazard is a situation in which one party gets involved in a risky event knowing that it is protected against the risk and the other party will incur the cost. Moral Hazard ontstaat juist daar waar er zekerheid is dat risico's door anderen worden afgedekt. Geen 'vals gevoel van veiligheid' dus.

De uitspraak zou afkomstig zijn van "de ervaren accountant Ronald J. Barker". En via Scholar.Google ging ik naar hem op zoek. Scholar.Google vond hem niet. En ook de gewone Google gaf niets. Ik plaatste een reactie onder het stuk op Accountantweek waarin ik zei dat ik het prettig zou vinden als er een verwijzing naar het originele artikel zou komen. De reactie ligt ter moderatie bij de redactie, maar een dag later is er nog niets geplaatst. Is er wel iets te vinden, over deze 7 moral hazards van Barker?

Verder zoeken leverde op dat het artikel letterlijk ruim drie jaar geleden ook al eens is geplaatst, en wel op financieel-management.nl. Een website van dezelfde uitgever als Accountantweek, dus van plagiaat (het overnemen van een stuk zonder bronvermelding) wil ik niemand beschuldigen. Het artikel op deze site, in 2015, is geschreven door Tim Jansen, die helaas niet meer in de lijst van 'onze redactie' of 'onze bloggers' voorkomt. Maar ook Tim plaatste geen enkele bronverwijzing.

Die zou er mogelijk wel kunnen zijn. Want op de wat ondefinieerbare website quickbook.intuit.com staat vrijwel letterlijk hetzelfde stuk in het Engels. Vrijwel, want de 'ervaren accountant Ronald J. Barker' wordt in dit stuk niet genoemd. Zijn naam staat er overigens ook niet onder of boven als auteur.

Wel is er een Ron Baker, geen accountant maar een 'radio talk-show host' die in 2012 op Linkedin een stuk plaatste onder de kop: The seven moral hazards of measurments'. Zou dit die beroemde accountant zijn? Ik denk het niet. Al was het maar omdat het woord 'accounting' nu niet meer in de titel staat.

Ron Baker heeft zijn stuk echter ook niet zelf bedacht. Een jaar eerder verscheen op Accountingweb een stuk onder de titel The seven moral hazards of measurements. Overigens iets minder een letterlijke kopie van het artikel, acht jaar later, in Accountantweek, met name omdat de beschrijving onder de zeven verder identieke kopjes, wat anders is. Op een iets globaler niveau is de inhoud gelijk.

Wat moet ik nu met het artikel in Accountantweek van gisteren? Een artikel zonder bronvermelding waarin een 'ervaren accountant' wordt geciteerd die onvindbaar lijkt en die ook niet voorkomt in eerdere versies van dit artikel? Een artikel dat, net als zijn voorgangers, op geen enkele wijze aan bronvermelding doet? En wat moet ik met een redactie die op mijn vraag om een verwijzing naar het originele artikel, niet reageert?

Ik denk er vooralsnog het mijne van. Ik hoop dat Accountantweek met een verwijzing komt die bewijst dat hier van serieus onderzoek sprake is geweest. En zo niet, dan hoop ik dat er snel een redactioneel excuus bij komt.