Translate

woensdag 20 april 2011

De identiteit van: #TeachMeSo

Een nieuwe lente, een nieuw geluid... Terwijl de uitbouw gestaag vordert, fluiten de vogels bij de net ondergegane zon. Mijn gedachten gaan even terug naar die avond in Mennerode, een jaar of 12 geleden, toen ik aan de bar met Jos de Kleijn zat te praten. De term "beroepsproduct" kwam op, het "beroepsproduct" als sturend element voor het onderwijs, als hoeksteen van een onderwijskundig concept. "Beroepsproducten" zijn thans overal in het onderwijs te vinden. Google op het begrip en je duizelt van de treffers. Een concept dat soms verkeerd is begrepen, soms zijn eigen, anders dan ik het bedoelde maar desalniettemin ijzersterke, vertaling kreeg, soms naar de letter werd opgevolgd. In het boek "Aan de slag met competenties" heb ik geprobeerd dit onderwijskundige concept verder handen en voeten te geven en gezien het succes van dit boek ben ik daar redelijk in geslaagd.

Inmiddels is het een jaar of 12 later en ben ik vele ervaringen rijker. Ervaringen die ik opdeed eerst nog jaren als adviseur bij het onderwijsadviesbureau van Marinus Dekkers, daarna als (zoals ik het tegenwoordig maar noem) coordinator van de accountancyopleidingen aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Ervaringen die me altijd weer sterkten in de twee hoofdelementen die destijds, aan de bar van Mennrode, besproken werden: goed beroepsonderwijs is gericht op het leren hoe je goede beroepsproducten oplevert, en goed leren is leren in een sociale context.

De laatste twee jaar heb ik een toenemende interesse gekregen in social media. Als internetgebruiker van het eerste uur mag dat niet vreemd zijn. En natuurlijk ligt mijn interesse primair daar waar social media en onderwijs met elkaar geïntegreerd worden. En juist daar zit hem de kneep. Als we kijken naar het gebruik van social media in het onderwijs dan is het of vaak de SoMe-fanaat die met weinig onderwijskundige feeling zich op de mogelijkheden van social media richt, of het is de onderwijskenner die denkt "ook iets met social media te moeten doen" en weinig verder komt dan kreten over Facebook en Linkedin, gekoppeld aan het ultieme college waar studenten met tweets vragen kunnen stellen.

Dat kan beter, bedacht ik een paar maanden geleden. Dat kan veel beter. In het onderwijs maar zeker ook in organisaties waar leren en ontwikkelen van mensen een belangrijk aspect is, ontstaat een behoefte om "onderwijskunde" en "social media" daadwerkelijk aan elkaar te verbinden. Een verbinding die vraagt om een nieuwe visie op leren, om een nieuwe visie op het gebruik van social media. Een behoefte die vraagt om iets nieuws, iets echt nieuws... Een verbinding die niet alleen in het curriculum zit maar al begint bij de werving en eindigt bij de contacten met alumni. Een verbinding die verder gaat en dieper zit dan zowel het klaslokaal als de Facebookpagina.

Inmiddels zijn we, Frederique Nagtegaal en ik, enkele weken verder. Enkele weken, maar in het denken jaren vooruit. In ons denken hoe we social media in kunnen zetten voor het onderwijs, hoe we het leren kunnen versterken, hoe we de verbinding kunnen leggen.

We staan aan de vooravond van de geboorte van #TeachMeSo. #TeacheMeSo zal onderwijs en leren net zo veranderen als het eerder genoemde "beroepsproduct" dit gedaan heeft. Omdat we bij #TeachMeSo er in slagen om de verbinding te leggen die node gemist wordt, net zoals twaalf jaar geleden de verbinding tussen "competentiegericht leren" en "beroepsonderwijs" gelegd werd in het begrip beroepsproduct.

dinsdag 19 april 2011

Twitter is uit

Twitter is uit. Ik weet niet of je zelf die conclusie al getrokken hebt, maar ik ben de laatste dagen wel tot het inzicht gekomen dat deze micro-blogdienst het niet gaat maken. Maar, aan eenieder die zijn kaarten op Twitter heeft gezet: wees gerust, want ook ik heb het wel eens mis.

Ik zie de laatste maanden een trend, hoewel misschien alleen ik die zie en het daarom niet klopt met de werkelijkheid van de gemiddelde tweep. Een trend van minder tweets, minder interessante tweets en steeds meer tweets die als spam op je Facebook, Linkedin of Hyvespagina komen. En daarom heb ik vandaag de bewuste keuze gemaakt om op Facebook alle berichten van Twitter te blokkeren. Als ik een tweet wil lezen, lees ik die wel via mijn twitteraccount en het is bijzonder vervelend om dezelfde tweet in tweetdeck te zien opduiken in Twitter, Facebook en Linkedin, maar dat terzijde.

Nu is de echte tweep na de eerste allinea al afgehaakt, aangezien deze de 140 tekens al overschreed, dus ik kan rustig de tijd nemen om uit te leggen waarom ik denk dat Twitter uit is. Dat heeft niets te maken met te veel tweets, heeft niets te maken met die 140 max (overigens: ik ben van mening dat iedere vorm van "twitlonger" verboden moet worden) maar heeft alles te maken met die timeline die me op geen enkele manier ondersteunt bij het maken van een selectie en met het feit dat steeds meer tweets een verwijzing zijn naar een langer stuk tekst op internet (wat ik natuurlijk dadelijk ook weer lekker ga doen).

Maar goed, ik kan het natuurlijk helemaal mis hebben..... En als dit blogje door het gros van mijn volgers gelezen wordt, heb ik natuurlijk helemaal ongelijk.... Hoewel.... Waarom lees je dit dan?

dinsdag 12 april 2011

De identiteit van een socialmedia-analfabeet

Regelmatig krijg ik van mensen een opmerking te horen als "Ik zit niet op Facebook, wel op Linkedin", of "Ik wil alleen zakelijk op internet, dus ik doe wel aan Linkedin maar niet aan Facebook of Hyves". Over mijn visie op het scheiden van zakelijk en privé schreef ik enkele maanden geleden al een blog. Waar het me vandaag om gaat is dat de zinnetjes hierboven op zijn minst de suggestie wekken dat de spreker van deze woorden social media beperkt ziet tot het bekende trio Linkedin-Facebook-Hyves. O ja, dan vergeet ik Twitter maar dat is in de ogen van de mensen waar ik hierboven op doel weinig meer dan een ergelijke dienst die berichten verspreid over waar iemand nu weer de koffie over de broek van de buurvrouw heeft gemorst.

Diapresentaties zonder gesproken woord zijn eigenlijk het bekijken niet waar, maar het is toch interessant om even te kijken naar een presentatie die Jan Wietsma vandaag hield over accountants en social media. Een presentatie die in elk geval duidelijk maakt dat social media veel meer is dan de Linkedin, Facebook, Hyves en Twitter. Tegelijkertijd maakt het achtereenvolgens oppoppen van voorgaande link op tweetdeck, duidelijk dat Jan zich van het fragmentarische gebruik van social media, zeker onder zijn doelgroep, accountants, zer bewust is: De link duikt op op Linkedin, op Twitter en op Facebook. Precies hetzelfde als ik straks met deze blog zou doen. Maar als alle Linkedin, Twitter en Facebookconnecties Jan zouden volgen op Slideshare, waren die posts op Linkedin, Twitter en Facebook overbodig.

Social media is veel meer dan Linkedin, Twitter, Hyves en Facebook. Wat dat betreft is het interessant om eens te kijken naar de vijf florerende social media alsmede naar de vijf krimpende. Hoeveel van deze ken je en - nog belangrijker - hoeveel gebruik je? Nu bevatten beide lijsten enkele social media die niet direct voor ons bedoeld zijn (zoals de "Chinese Twitter"), maar het tiental was zonder problemen te vullen geweest met tien wel op "ons" gerichte social media. Waarbij dan bijvoorbeeld naast genoemde gedacht kan worden aan diigo.com en foursquare.com, waarvan ik zelf niet weet of ze op dit moment bij de florerende of krimpende horen, al vermoed ik het eerste.

De overvloed aan social media is meteen ook de bedreiging van de social media. "Ik ga niet op Twitter want dan moet ik dat allemaal ook nog lezen" hoor ik vaker van de analfabeet die het niet begrepen heeft. Je moet niets lezen, je leest wat je zelf wilt. Niet de informatie is meer schaars, maar de aandacht. Waar vijftien jaar geleden het gemiddelde huis-aan-huisblad nog trouw gelezen werd wegens een schaarste aan informatie, zo is het nu de kunst om de aandacht te krijgen in de overvloed aan informatie. Een voorbeeld :in december 2010 werd elke minuut 35 uur video op youtube geupload. Anders gezegd: per minuut komen er 2100 minuten bij, in één dag wordt ruim 50.000 uur video op youtube geplaatst. Bij een kijkgedrag van 3 uur per dag (een aanname gebaseerd op het tv-kijkgedrag in 2003) betekent dit dat er 17000 mensen nodig zijn om elke upload 1 x bekeken te laten worden. Oef.... als dat geen strijd om de aandacht is.... Maar wie een video upload op youtube verwacht niet dat deze bekeken wordt, maar hoopt dat hij uiteindelijk de aandacht krijgt.... Desondanks kan de onwetendheid van de analfabeet een bedreiging zijn. Want als hij al niet op Twitter wil om deze reden, hoe komt hij dan ooit bij al die andere social media, die nog meer te lezen bieden dan deze simpele 140 tekens van een tweet?En daarom blijft de socialmedia-analfabeet voorlopig even "alleen op Linkedin" waar hij vooral komt om regelmatig zijn profiel te updaten (als ik mijn tijdlijn in Linkedin mag geloven).

Hoewel ik niet snel fan wordt van iets dat "groot" is (zo ben ik ook altijd voor België als we tegen onze zuiderburen voetballen), zie ik in toenemende mate potentie in Facebook. De integratie met andere social media doordat je via Facebook kunt inloggen en daarmee de koppeling van die media aan Facebook, kan er wel eens toe leiden dat we straks alleen nog Facebook hebben, met daaronder (gevoelsmatig als een plug in van Faceboek) een aantal andere social media die we echter rechtstreeks via Facebook benaderen. "Log in with Facebook" zien we immers op steeds meer websites staan. En uiteindelijk is dit marketing gericht op het zo hoog mogelijk in de tijdlijn komen bij de Facebookvrienden van de inlogger. Nog een paar jaar, en ook bij Linkedin log je in met je Facebookaccount...

Maar wat moet de socialmedia-analfabeet hiermee? Hij moet rustig afwachten tot Facebook de social media wereld heeft overgenomen en kan dan eenvoudig via zijn Facebookaccount deelnemen aan al die prachtige mogelijkheden. Of hij komt nu in actie, opent verschillende accountants en onthoudt usernames en passwords, en zorgt dat Facebook niet meer dan 1 van de social media blijft.