Translate

dinsdag 18 februari 2020

Nog één keer: Girls Walk By

Zevenendertigeneenhalfjaar geleden. Als je het voluit schrijft, klinkt het nog langer. Ruim 37 en een half jaar. Als ik tenminste goed reken, vanaf 13 maart 1982.

13 maart 1982. Voor de meeste mensen zo maar een datum. Voor een enkeling een bijzondere datum, door een persoonlijke herinnering. Voor een Limburger van 50 jaar of ouder met liefde voor muziek, DE datum: het laatste concert van Girls Walk By.

Girls Walk By. Als de geschiedenis van de Limburgse popmuziek eindelijk geschreven gaat worden, zal deze band bovenaan staan. Ja, zelfs boven Rowwen Heze en Pussycat. Twee dagen na 13 maart 1092 stond er tussen de familieberichten in de Limburger een advertentie: "Hierbij delen we u mede dat heden is overleden: Girls Walk By. Zij was bijna 5 jaar oud."

"5 jaar is lang voor een band", schreef Julien van de Loo in een brief terug, nadat ik hem een brief had geschreven. Julien was voor mij de frontman van de band, al was Gé Reinders misschien meer het muzikale genie. Vijf jaar is niks. Na vijf keer vijf jaar zou er een reünie komen, zo werd met ooit verteld. Die kwam in 2006. Een jaar te vroeg. En ik was er niet bij.

Komende zaterdag speelt GWB eindelijk weer. In een iets gewijzigde samenstelling, noodzakelijk, na het overlijden van Henk Smeets. En dit keer ben ik er wel bij. Met dank aan Tjeu Geelen, die de drijvende kracht achter de organisatie is.

En ik ben er bij.




Ik schreef jaren geleden ook al over GWB: http://jurroencluitmans.blogspot.com/2011/03/de-identiteit-van-een-jeugdliefde-girls.html en http://jurroencluitmans.blogspot.com/2012/04/girls-walk-by.html

De VAR

23 maart 2031. De eerste lentedag van het jaar loop ik hand in hand met mijn kleinzoon van de parkeerplaats, waar ik al meer dan dertig jaar mijn auto neerzet bij thuiswedstrijden, naar het Gelredome. Het mannetje straalt. Net als ik. Voor het eerst samen naar het Gelredome.

"Het is groot, opa, heel groot!" Ik knik. "Ja jongen, het is groot. Vroeger, toen jouw vader nog niet geboren was, waren er zondagen dat er wel 30.000 mensen in het stadion zaten." "30.000, dat is meer dan een miljoen toch?" Ik glimlach. Hij heeft nog de leeftijd van 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-veel. "Bijna net zo veel als een miljoen", zeg ik.

Als we aan komen lopen springt de poort voor ons open. "Vroeger", zei ik, "moest je een kaart hebben. Heel vroeger was dat van papier. Maar dat was nog toen ik naar een andere club ging." 

"Een kaartje van papier? Net zoiets als oma met kerstmis stuurt?" Oma is mijn moeder, weet ik, zijn overgrootmoeder. Ik knik. "En later van plastic." Mijn kleinzoon lacht. "Net als op de kermis bij de botsauto's?" "Zoiets ja." De kermis. De laatste plek op aarde waar je nog betaalt als in mijn jeugd.

We lopen de tribune op en hij kijkt zich de ogen uit. "Vroeger zaten er aan alle vier de kanten mensen", zei ik. "Kijk, ik zat daar boven, links. Samen met mijn broer. En je vader en je oom en hun neef zaten daar rechts." "Zaten jullie niet bij elkaar?" "Toen ze zo jong waren als jij wel, maar later wilden ze op Zuid zitten. Want daar werd meer gezongen."

"Gezongen?" Mijn kleinzoon kijkt me vragend aan. "Ja jongen, vroeger werd er gezongen in een stadion. En gejuicht als er een doelpunt viel." 

"He? Je bedoelt, nadat de VAR... "

"Nee jongen, vroeger was er geen VAR. Toen was er een scheidsrechter, en als die floot dan telde het doelpunt." 

We kijken naar het grote scherm dat de Oosttribune bijna volledig aan het zicht onttrekt. En naar de tafel op de plek waar ooit de middenstip was, vol met kleinere schermen.

"Kijk", zei mijn kleinzoon. "Daar gaat ie zitten!".

"Weet je dat vroeger hier gevoetbald werd?"

Hij begrijpt me niet en kijkt naar het scherm. Op het omboste veld in Zeist, zonder publiek, verschijnen de spelers op een verder verlaten voetbalterrein.

"Weet je dat hier vroeger gevoetbald werd?" Ik probeer het nog een keer.

"Hier?"

"Ja hier. Niet daar." Ik wijs naar het scherm. "Vroeger werd hier gevoetbald, en zaten er overal mensen. En die mensen zongen en juichten als er een doelpunt viel. En toen ik voor het eerst ging, was het hele stadion vol."

Mijn kleinzoon kijkt me vol ongeloof aan. "Maar hoe kon de VAR zich dan concentreren?"

"Goede vraag", zei ik.

De wedstrijd begint. In de bossen van Zeist trapt Heerenveen af voor de uitwedstrijd tegen Vitesse. In het Gelredome kijken vijfhonderd toeschouwers zwijgend toe. 

Ik probeer op het grote scherm de wedstrijd te volgen. Er gebeurt weinig op het veld in Zeist. En ik luister naar mijn kleinzoon.

"Kijk opa, de VAR zet het beeld stil."

Opgewonden schuift hij over zijn stoel.

"Kijk opa, de VAR kijkt terug."

Ik kijk naar het scherm en zie Vitesse de bal achterin gezapig op en neer schuiven. Plotseling wordt het scherm geel en veren de andere 499 bezoekers op. VAR-check! VAR-check knippert het bord.

"VAR-check opa!" roept mijn kleinzoon.

Ik zucht. Een kleine drie minuten later, komt het beeld uit Zeist terug. De scheidsrechter vermaant een speler van Heerenveen, wiens shirt uit zijn broek hangt. 

"Goed gezien he!" roept mijn kleinzoon in extase. "Die heeft echt zijn shirt uit zijn broek."

Vitesse mag opnieuw de aftrap nemen.