Translate

dinsdag 18 februari 2020

De VAR

23 maart 2031. De eerste lentedag van het jaar loop ik hand in hand met mijn kleinzoon van de parkeerplaats, waar ik al meer dan dertig jaar mijn auto neerzet bij thuiswedstrijden, naar het Gelredome. Het mannetje straalt. Net als ik. Voor het eerst samen naar het Gelredome.

"Het is groot, opa, heel groot!" Ik knik. "Ja jongen, het is groot. Vroeger, toen jouw vader nog niet geboren was, waren er zondagen dat er wel 30.000 mensen in het stadion zaten." "30.000, dat is meer dan een miljoen toch?" Ik glimlach. Hij heeft nog de leeftijd van 1-2-3-4-5-6-7-8-9-10-veel. "Bijna net zo veel als een miljoen", zeg ik.

Als we aan komen lopen springt de poort voor ons open. "Vroeger", zei ik, "moest je een kaart hebben. Heel vroeger was dat van papier. Maar dat was nog toen ik naar een andere club ging." 

"Een kaartje van papier? Net zoiets als oma met kerstmis stuurt?" Oma is mijn moeder, weet ik, zijn overgrootmoeder. Ik knik. "En later van plastic." Mijn kleinzoon lacht. "Net als op de kermis bij de botsauto's?" "Zoiets ja." De kermis. De laatste plek op aarde waar je nog betaalt als in mijn jeugd.

We lopen de tribune op en hij kijkt zich de ogen uit. "Vroeger zaten er aan alle vier de kanten mensen", zei ik. "Kijk, ik zat daar boven, links. Samen met mijn broer. En je vader en je oom en hun neef zaten daar rechts." "Zaten jullie niet bij elkaar?" "Toen ze zo jong waren als jij wel, maar later wilden ze op Zuid zitten. Want daar werd meer gezongen."

"Gezongen?" Mijn kleinzoon kijkt me vragend aan. "Ja jongen, vroeger werd er gezongen in een stadion. En gejuicht als er een doelpunt viel." 

"He? Je bedoelt, nadat de VAR... "

"Nee jongen, vroeger was er geen VAR. Toen was er een scheidsrechter, en als die floot dan telde het doelpunt." 

We kijken naar het grote scherm dat de Oosttribune bijna volledig aan het zicht onttrekt. En naar de tafel op de plek waar ooit de middenstip was, vol met kleinere schermen.

"Kijk", zei mijn kleinzoon. "Daar gaat ie zitten!".

"Weet je dat vroeger hier gevoetbald werd?"

Hij begrijpt me niet en kijkt naar het scherm. Op het omboste veld in Zeist, zonder publiek, verschijnen de spelers op een verder verlaten voetbalterrein.

"Weet je dat hier vroeger gevoetbald werd?" Ik probeer het nog een keer.

"Hier?"

"Ja hier. Niet daar." Ik wijs naar het scherm. "Vroeger werd hier gevoetbald, en zaten er overal mensen. En die mensen zongen en juichten als er een doelpunt viel. En toen ik voor het eerst ging, was het hele stadion vol."

Mijn kleinzoon kijkt me vol ongeloof aan. "Maar hoe kon de VAR zich dan concentreren?"

"Goede vraag", zei ik.

De wedstrijd begint. In de bossen van Zeist trapt Heerenveen af voor de uitwedstrijd tegen Vitesse. In het Gelredome kijken vijfhonderd toeschouwers zwijgend toe. 

Ik probeer op het grote scherm de wedstrijd te volgen. Er gebeurt weinig op het veld in Zeist. En ik luister naar mijn kleinzoon.

"Kijk opa, de VAR zet het beeld stil."

Opgewonden schuift hij over zijn stoel.

"Kijk opa, de VAR kijkt terug."

Ik kijk naar het scherm en zie Vitesse de bal achterin gezapig op en neer schuiven. Plotseling wordt het scherm geel en veren de andere 499 bezoekers op. VAR-check! VAR-check knippert het bord.

"VAR-check opa!" roept mijn kleinzoon.

Ik zucht. Een kleine drie minuten later, komt het beeld uit Zeist terug. De scheidsrechter vermaant een speler van Heerenveen, wiens shirt uit zijn broek hangt. 

"Goed gezien he!" roept mijn kleinzoon in extase. "Die heeft echt zijn shirt uit zijn broek."

Vitesse mag opnieuw de aftrap nemen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten