26 februari 2016
Ondanks het slechte weer bereik ik op tijd de parkeerplaats aan de Ruitenberglaan, die om 8.45 op vrijdag gevulder is dan de parkeerplaats op kantoor. Logisch, want een beetje accountant in wording is op vrijdag niet op zijn werk, maar bezig om zichzelf verder te ontwikkelen. En hoewel ik mezelf vanmorgen een beetje voor gek verklaarde dat ik na een overvolle werkweek waarin ik in vier dagen meer uren maakte dan de gemiddelde Nederlander in vijf, heb ik er zin in. Het programma van vandaag sluit prima aan bij wat ik op dit moment aan het doen ben: Vennootschapsbelasting en het samenstellen van jaarrekeningen. Vooral de verschillen tussen de commerciële en fiscale jaarrekening bezorgen me af en toe hoofdbrekens. Hopelijk levert deze dag nieuwe inzichten op.
Bij het koffiezetapparaat ontmoet ik mijn medestudenten en uiteraard de docenten Fiscaal Recht, die er altijd als eerste zijn. Met mijn medestudenten klaag ik even een kwartiertje over de werkdruk, ik ben niet de enige die er last van heeft, alvorens we richting het lokaal gaan. We beginnen met ons digitale kwartiertje: Vijftien meerkeuzevragen over de stof die we bestudeerd hebben, en even een korte enquête over het aantal uren dat ik deze week aan de studie besteed heb en hoe ik het lesmateriaal ervaren heb. De resultaten van de klas verschijnen op het bord.
Eerst bespreken we even de studieuren. Het is wel schrikken om de grafiek op het bord te zien. Gemiddeld hebben we vier uur aan het vak besteed, waar zes de norm is. Enkele medeklasgenoten komen niet verder dan twee uur. Zelf dit ik met vier nog op het gemiddelde. Het is fijn om te merken dat de docenten allebei prima weten hoe de praktijk eruit ziet. Ze snappen dat de werkdruk in deze maand zo hoog is, dat de studie er wel eens bij in wil schieten, en wijzen ons er vooral op dat we twee maanden geleden nog een stuk hoger zaten. En ze steken niet het vingertje op, maar vragen ons of we denken dat we in de problemen komen. We hebben even een gesprek over hoe we dit op het werk kunnen bespreekbaar kunnen maken, om te voorkomen dat onze studie er onder gaat lijden. Ik merk dat een paar medestudenten daar echt iets aan hebben. Voor mezelf is dat wat minder relevant, ik weet dat ik het dit weekend wel in zal halen.
Vervolgens wordt ons oordeel over het lesmateriaal besproken. We zijn er wat negatiever over dan normaal, vooral omdat we vonden dat een onderdeel wat onduidelijk in het boek staat en ook de digitale ondersteuning te wensen over laat. "Laten we eens kijken of dat klopt met de zelftoets", zegt een van de docenten. De resultaten van de vijftien meerkeuzevragen verschijnen op het bord. En inderdaad, bij het onderwerp waar we kritiek hadden op het lesmateriaal, wringt hem de schoen.
Hoewel we al flink bezig zijn, gaat de les dan pas echt beginnen, voor mijn gevoel. Ik merk dat ik nog steeds denk dat ik pas echt wat leer als de docent aan het woord is, hoewel ik elke week ervaar dat juist het nadenken over mijn ervaring mij echt verder brengt. Aan de hand van de scores van ons op de zelftest, behandelen de docenten de stof. Ze staan hierbij vooral stil bij de onderwerpen die wij lastig vonden. Ik vind het knap hoe flexibel de docenten met zijn tweeën les kunnen geven: niet het vooraf ingestudeerde lesje afdraaien, of nog erger, voorlezen uit andermans werk, maar precies de puntjes op de i zetten bij de lastige onderdelen.
Na drie kwartier heb ik het gevoel dat ik de stof echt beheerst, en is het tijd voor een tweede kop koffie. Daarna gaan we in werkgroepjes uit elkaar om de casus te bespreken die we uitgewerkt hebben. Ik merk dat één van mijn vaste groepsgenoten zich eigenlijk niet heeft voorbereid en spreek haar daar op aan. Ze verontschuldigd zich: "het was zo druk op het werk." Daar hebben we begrip voor, maar we vinden het ook geen argument. We hebben het immers allemaal druk gehad, maar de meeste van ons zijn er toch in geslaagd om zich voldoende voor te bereiden. Gelukkig belooft onze medestudente beterschap. We zullen haar er de volgende week aan houden, en anders moet ze maar taart meenemen voor ons en zelf in een hoekje zitten om het alleen te doen, zo spreken we af.
Tijdens de bespreking komen de docenten er bij zitten, luisteren en discussieren mee. Al te lang blijven ze niet, ze wisselen van groepje naar groepje. Na een half uurtje hebben wij onze definitieve uitwerking, die we daarna in de klas bespreken. Die bespreking gaat lekker snel, omdat de docenten niet de hele uitwerking op het bord kliederen, maar ons met een scherpe presentatie door de goede uitwerking heen leiden. In het begin was die werkwijze wel wennen, maar ondertussen gaan we er steeds makkelijker in mee. Ik noteer alleen de twee punten die we gemist hadden. De rest snap ik wel.
Na nog een kop koffie beginnen we aan het laatste van de vier uur. Dat vind ik zelf altijd het interessantste. Tot een dag voor de les kunnen we onderwerpen aandragen die te maken hebben met de stof waar we in de praktijk tegen aan lopen. Zelf had ik ook een paar vragen. De docenten hebben de vragen geordend in een viertal rubrieken, die we een voor een met elkaar doorlopen. Ik kreeg zelf in elk geval antwoord op een paar concrete vragen die ik had en mail de antwoorden even naar mijn werkmail, zodat ik er maandagochtend meteen mee aan de slag kan.
Alleen aan mijn maag merk ik dat het lunchtijd is, want het liefst was ik nog even doorgegaan. Gelukkig staat er vanmiddag nog zo'n blok op het programma. De structuur is hetzelfde, alleen gaan we het nu over de jaarrekening hebben.
Translate
woensdag 25 februari 2015
dinsdag 10 februari 2015
Eindtermen en het kinderboek
Het was een gedenkwaardige dag. Na acht jaar van relatieve stilstand, namen we als Commissie Onderhoud Eindtermen afscheid, met een laatste vergadering en een - uiteraard uitstekend verzorgd - etentje. Want daar waar het veld riep om vernieuwing en verandering, bleef de Commissie Onderhoud verantwoordelijk. Maar onderhoud impliceert géén vernieuwing. Onderhoud impliceert en binnen de ruimte die er is, er maar het beste van maken. Onderhoud is de muren weer een verflikje geven, zonder ze te verplaatsen. Onderhoud, bouwkundig gezien is dat toch de minst aantrekkelijke uitdaging. Verbouw of nieuwbouw doet het hart van de architect, de aannemer, de metselaar en de timmerman sneller slaan. Maar onderhoud is meer iets voor de klusjesman, die met kwast en schroevendraaier het bestaande zoveel mogelijk in stand houdt.
Dat de accountantsopleiding geen onderhoud maar nieuwbouw nodig heeft, hebben vele andere met mij de afgelopen jaren op diverse plekken betoogd. Recentelijk, tijdens de lancering van Accountancy Vanmorgen, pleitte ik nog voor een beginnershouding. Zoals Einstein ooit tot een van de grootste ontdekkingen uit de geschiedenis van de natuurkunde kwam door te stellen: "er is geen ether", zo zouden de nieuwe eindtermen vanuit zo'n beginnershouding opgesteld moeten worden.
Gisteren kreeg ik het teken dat de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding het met me eens is. Hoe anders kan ik verklaren dat ik dit boek kreeg, als dank voor mijn lidmaatschap. En niet alleen ik, alle commissieleden die jarenlang onderhoud hebben gepleegd, ontvingen "Wonderland" als dank. De wereld van het kinderboek. Onbelast beginnen op weg naar een nieuwe toekomst.
zondag 25 januari 2015
Ode aan Winschoten
Een tweetup. In den beginne waren dat bijeenkomsten die op korte termijn georganiseerd werden en plaatsvonden. "Sneeuwballen gooien over een half uur op de Grote Markt." Zoiets. Inmiddels heeft ook een andere variant van de tweetup zijn intrede gedaan. Een langer van tevoren geplande ontmoeting tussen mensen die elkaar via Twitter kennen. Waar de eerste tweetup een rebels imago heeft, heeft de tweede een beeld van bier en seks. Een tweetup die eindigt met de helft van de aanwezigen in een hotelbed, niet wetend wie hun partner is, en de andere helft in de politiecel die vakkundig wordt ondergekotst. Maar is dat wel zo? Is de nieuwe tweetup inderdaad het Sodom en Gomorra van de sociale media? Ik wist dat er maar één manier was om daar achter te komen. Ik zou mij begeven naar de meest beruchte, jaarlijkse, tweetup die dit land kent. Die van Winschoten. Een verslag.
Winschoten. Voor vrijwel elke Nederlander is Winschoten de uithoek van het land. Dat er in dat gebied aardbevingen plaats vinden, deert dan ook weinigen. Winschoten klinkt bijna net zo ver als Centraal Afrika en de eerlijkheid gebied ook te zeggen, dat het bijna zo ver is. In elk geval voor de mooie dame uit het zuiden van Limburg die ik op het station in Groningen ontmoette en toen al een reis van ruim vier uur achter de rug had.
De dame was klein van stuk en zelfs haar hoge hakken deden haar hoofd niet verder reiken dan de buik van de Amsterdammer die in haar gezelschap was. Dat een Amsterdammer en een Zuid-Limburger in dezelfde trein zitten, op weg naar iets in Nederland, geeft al aan in wat voor een uithoek Winschoten zich bevindt. Ik herkende haar meteen en na enig denken wist ik ook wie de Amsterdammer was. Niet alleen in uiterlijk verenigden zich twee werelden, ook in de woorden die ik van hen op twitter gelezen had.
De reis van Groningen naar Winschoten maakten we gezamenlijk, in een trein die uiteindelijk zijn rit zou eindigen in het Duitse Bad Nieuweschans en onderwijl illustere plaatsen als Kropswolde, Zuidbroek en Scheemda zou aandoen. Alleen al die namen maakten duidelijk dat ik inderdaad op weg moest zijn naar een tweetup die alle denkbare vunzigheid voorbij ging. Ik stelde me al voor hoe het zou zijn als de Limburgse dame niet meer zou dragen dan haar hoge hakjes terwijl ze haar hoofd begroef in het reusachtige lichaam van de Amsterdammer.
Aangekomen op station Winschoten, zagen we het hotel aan de overkant van de straat meteen liggen. Voor de deur stond een rokende menigte die ons enthousiast begroette. Althans, mijn twee medereizigers van het laatste uur, want mij kende uiteraard niemand. Een vrouw die qua schoonheid niet onderdeed voor de Limburgse dame, maar wel iets langer was, kwam enthousiast naar me toe. Ternauwernood wist ik haar kussen op mijn wangen te ontwijken. "Niet zoenen", riep ik bijna in paniek. Ik had het zoenverbod op twitter weliswaar nadrukkelijk neergezet, maar deze dame volgde mij niet en ik kon het haar niet kwalijk nemen.
Binnen zaten de niet-rokers van het twittergezelschap al te wachten op de bestelde kip, die later in diverse varianten opgediend zou worden. "Kip-Eieren-Potentie" dacht ik bij mezelf. Het leek me dan ook logisch voedsel. Ik werd bijzonder vriendelijk begroet, niet alleen door de dames maar ook door heren die mij toch wel bijzonder heteroseksueel voorkwamen. Dat laatste verbaasde mij enigszins.
Slechts 30 euro, inclusief ontbijt, kostte de kamer. Ik begreep het signaal. Voor een kamer van die prijs zou ik in de nacht een dronken man in bed krijgen die, hij niet meer wetend wat het anatomische verschil tussen man en vrouw is, zou moeten bevredigen. Maar toen ik zei dat ik een kamer voor mezelf wou, zonder ongewenst nachtelijk bezoek en bereid was om daarvoor de normale prijs te betalen, keek de receptioniste me verbaasd aan. 30 euro was de normale prijs, zei ze. Ik begreep de weigering, keek haar aan en dacht: "als jij dan degene bent die vannacht in mijn bed komt liggen, dan kan ik ermee akkoord gaan."
Nadat ik toegekeken had hoe de kippen verorberd werden, waarbij het me opviel dat alle aanwezigen gewoon met mes en vork aten, was het tijd om ons te begeven naar de kroeg waar de tweetup daadwerkelijk plaats zou vinden. Het was slechts enkele minuten lopen. Na binnenkomst zag ik rechts meteen een rokersruimte, die gevulder was dan de rest van de kroeg, maar nergens kluisjes voor kleding. En tot mijn grote verbazing liep iedereen gekleed door naar achteren, waar het voor ons gereserveerde zaaltje was. "Blijkbaar gaan de kleren hier pas later uit", concludeerde ik.
In de rokersruimte stond één van de twee organisatoren van de tweetup. Ik herkende hem meteen aan zijn Supermanshirt. We gaven elkaar een hand, omhelsden elkaar maar tot mijn verbazing voelde ik geen seksuele opwinding in onze aanraking. Met organisator nummer twee had ik dat even later ook al niet. En niet alleen ik had het niet, ook bij alle anderen leek er eerder sprake van een liefdevolle begroeting dan van een die duidelijk richting of het bed of de politiecel wees.
De ruimte waar de tweetup plaats zou vinden was mooi, maar stelde ook teleur. In het midden stond geen bierpomp, omgeven door grote wijnflessen waaruit je kon lurken. Integendeel. Door middel van een muntensysteem was het alcoholgebruik duidelijk gereguleerd. Ook de handdoeken en condooms, die je in het Sodom en Gomorra van het noorden toch zou verwachten, ontbraken. Ik besloot mijn vooroordelen opzij te zetten en het te ondergaan.
Er ontspon zich een feest waarbij mensen praten en dansten. Tijdens dat laatste raakten lichamen elkaar soms aan, maar ook op de dansvloer bleven de kleren aan, ook toen de tijd wegtikte. Ik raakte zelf met diverse mensen in gesprek, en telkens weer viel het me op dat er niemand was die mij vroeg of ze mij eens mocht verwennen. Evenmin kreeg ik de vraag van iemand of ik haar wilde verwennen. Het was maar goed dat ik mijn vooroordelen op zij had gezet. Anders was ik zeer onzeker geworden.
Rond half een werd het sein "deur verder" gegeven. Hehe dacht ik. Nu gaan we eindelijk naar een plek waar het echt gaat beginnen. Want hoewel het leuk was, ontbrak toch vrijwel ieder spoor van het Sodom-en-Gomorriaanse-gedachte ngoed. En evenmin had ik nog iemand gezien die ik in de politiecel zag eindigen. Dat laatste dacht ik wel heel even toen een aantal enthousiast op een potitieauto afgingen. Het bleek echter dat in die auto een populaire tweep zat, die meteen hard wegreed toen hij de menigte op zich af zag komen. Geen arrestatie.
Ook in de tweede kroeg bleven de kleren aan. Deze kroeg had het duidelijke karakter van een occassion-bar. Winschotenaren van beide geslachten keurden er iedereen die binnenkwam, op zoek naar een geschikte partner voor de nacht, de ochtend en misschien nog wel de rest van het leven. Dit zou dan de plek moeten zijn! Gespannen wachtte ik af.
Drie uur later gingen we met de bijna laatsten naar het hotel. Het was een mooie avond geweest. Een avond waarin ik mensen ontmoet en gesproken heb die ik niet kende, hooguit via een paar tweets. Een avond waarop ik me zeer goed vermaakt heb. Een avond die misschien in de uithoeken in Sodom en Gomorra is geëindigd, maar waar vooral mensen waren die het prettig vonden om samen te zijn. En hoewel ik vooraf stellig zei "eens maar nooit meer" denk ik dat ik een volgende keer misschien wel weer kom. Want het was een van de leukste en mooiste avonden die ik de afgelopen jaren meegemaakt heb.
Winschoten. Voor vrijwel elke Nederlander is Winschoten de uithoek van het land. Dat er in dat gebied aardbevingen plaats vinden, deert dan ook weinigen. Winschoten klinkt bijna net zo ver als Centraal Afrika en de eerlijkheid gebied ook te zeggen, dat het bijna zo ver is. In elk geval voor de mooie dame uit het zuiden van Limburg die ik op het station in Groningen ontmoette en toen al een reis van ruim vier uur achter de rug had.
De dame was klein van stuk en zelfs haar hoge hakken deden haar hoofd niet verder reiken dan de buik van de Amsterdammer die in haar gezelschap was. Dat een Amsterdammer en een Zuid-Limburger in dezelfde trein zitten, op weg naar iets in Nederland, geeft al aan in wat voor een uithoek Winschoten zich bevindt. Ik herkende haar meteen en na enig denken wist ik ook wie de Amsterdammer was. Niet alleen in uiterlijk verenigden zich twee werelden, ook in de woorden die ik van hen op twitter gelezen had.
De reis van Groningen naar Winschoten maakten we gezamenlijk, in een trein die uiteindelijk zijn rit zou eindigen in het Duitse Bad Nieuweschans en onderwijl illustere plaatsen als Kropswolde, Zuidbroek en Scheemda zou aandoen. Alleen al die namen maakten duidelijk dat ik inderdaad op weg moest zijn naar een tweetup die alle denkbare vunzigheid voorbij ging. Ik stelde me al voor hoe het zou zijn als de Limburgse dame niet meer zou dragen dan haar hoge hakjes terwijl ze haar hoofd begroef in het reusachtige lichaam van de Amsterdammer.
Aangekomen op station Winschoten, zagen we het hotel aan de overkant van de straat meteen liggen. Voor de deur stond een rokende menigte die ons enthousiast begroette. Althans, mijn twee medereizigers van het laatste uur, want mij kende uiteraard niemand. Een vrouw die qua schoonheid niet onderdeed voor de Limburgse dame, maar wel iets langer was, kwam enthousiast naar me toe. Ternauwernood wist ik haar kussen op mijn wangen te ontwijken. "Niet zoenen", riep ik bijna in paniek. Ik had het zoenverbod op twitter weliswaar nadrukkelijk neergezet, maar deze dame volgde mij niet en ik kon het haar niet kwalijk nemen.
Binnen zaten de niet-rokers van het twittergezelschap al te wachten op de bestelde kip, die later in diverse varianten opgediend zou worden. "Kip-Eieren-Potentie" dacht ik bij mezelf. Het leek me dan ook logisch voedsel. Ik werd bijzonder vriendelijk begroet, niet alleen door de dames maar ook door heren die mij toch wel bijzonder heteroseksueel voorkwamen. Dat laatste verbaasde mij enigszins.
Slechts 30 euro, inclusief ontbijt, kostte de kamer. Ik begreep het signaal. Voor een kamer van die prijs zou ik in de nacht een dronken man in bed krijgen die, hij niet meer wetend wat het anatomische verschil tussen man en vrouw is, zou moeten bevredigen. Maar toen ik zei dat ik een kamer voor mezelf wou, zonder ongewenst nachtelijk bezoek en bereid was om daarvoor de normale prijs te betalen, keek de receptioniste me verbaasd aan. 30 euro was de normale prijs, zei ze. Ik begreep de weigering, keek haar aan en dacht: "als jij dan degene bent die vannacht in mijn bed komt liggen, dan kan ik ermee akkoord gaan."
Nadat ik toegekeken had hoe de kippen verorberd werden, waarbij het me opviel dat alle aanwezigen gewoon met mes en vork aten, was het tijd om ons te begeven naar de kroeg waar de tweetup daadwerkelijk plaats zou vinden. Het was slechts enkele minuten lopen. Na binnenkomst zag ik rechts meteen een rokersruimte, die gevulder was dan de rest van de kroeg, maar nergens kluisjes voor kleding. En tot mijn grote verbazing liep iedereen gekleed door naar achteren, waar het voor ons gereserveerde zaaltje was. "Blijkbaar gaan de kleren hier pas later uit", concludeerde ik.
In de rokersruimte stond één van de twee organisatoren van de tweetup. Ik herkende hem meteen aan zijn Supermanshirt. We gaven elkaar een hand, omhelsden elkaar maar tot mijn verbazing voelde ik geen seksuele opwinding in onze aanraking. Met organisator nummer twee had ik dat even later ook al niet. En niet alleen ik had het niet, ook bij alle anderen leek er eerder sprake van een liefdevolle begroeting dan van een die duidelijk richting of het bed of de politiecel wees.
De ruimte waar de tweetup plaats zou vinden was mooi, maar stelde ook teleur. In het midden stond geen bierpomp, omgeven door grote wijnflessen waaruit je kon lurken. Integendeel. Door middel van een muntensysteem was het alcoholgebruik duidelijk gereguleerd. Ook de handdoeken en condooms, die je in het Sodom en Gomorra van het noorden toch zou verwachten, ontbraken. Ik besloot mijn vooroordelen opzij te zetten en het te ondergaan.
Er ontspon zich een feest waarbij mensen praten en dansten. Tijdens dat laatste raakten lichamen elkaar soms aan, maar ook op de dansvloer bleven de kleren aan, ook toen de tijd wegtikte. Ik raakte zelf met diverse mensen in gesprek, en telkens weer viel het me op dat er niemand was die mij vroeg of ze mij eens mocht verwennen. Evenmin kreeg ik de vraag van iemand of ik haar wilde verwennen. Het was maar goed dat ik mijn vooroordelen op zij had gezet. Anders was ik zeer onzeker geworden.
Rond half een werd het sein "deur verder" gegeven. Hehe dacht ik. Nu gaan we eindelijk naar een plek waar het echt gaat beginnen. Want hoewel het leuk was, ontbrak toch vrijwel ieder spoor van het Sodom-en-Gomorriaanse-gedachte
Ook in de tweede kroeg bleven de kleren aan. Deze kroeg had het duidelijke karakter van een occassion-bar. Winschotenaren van beide geslachten keurden er iedereen die binnenkwam, op zoek naar een geschikte partner voor de nacht, de ochtend en misschien nog wel de rest van het leven. Dit zou dan de plek moeten zijn! Gespannen wachtte ik af.
Drie uur later gingen we met de bijna laatsten naar het hotel. Het was een mooie avond geweest. Een avond waarin ik mensen ontmoet en gesproken heb die ik niet kende, hooguit via een paar tweets. Een avond waarop ik me zeer goed vermaakt heb. Een avond die misschien in de uithoeken in Sodom en Gomorra is geëindigd, maar waar vooral mensen waren die het prettig vonden om samen te zijn. En hoewel ik vooraf stellig zei "eens maar nooit meer" denk ik dat ik een volgende keer misschien wel weer kom. Want het was een van de leukste en mooiste avonden die ik de afgelopen jaren meegemaakt heb.
maandag 7 juli 2014
Doe mij maar een Telegram
Toen WhatsApp dooor Facebook overgenomen werd en de hele wereld zich, want dat is het onvermijdelijke gevolg van een Facebookovername, zorgen maakte over de privacy, doken er een aantal Whatsappalternatieven op. Een daarvan was Telegram, dat overigens ook al snel door de mangel werd gehaald. Want of het met de privacy daar nu goed gesteld was? Maar zoals velen installeerde ik ook Telegram, net zoals vele anderen. Zeker in de eerste dagen popte de melding dat die-en-die zich ook op Telegram en Faebook aanmelden, zeer regelmatig op.
Desondanks bleef WhatsApp de standaard, althans voor zover ik kan overzien, voor direct messages. En eigenlijk is dat merkwaardig. Telegram heeft een eigenschap die WhatsApp niet heeft, en het leven een stuk makkelijker maakt. WhatsApp kun je immers maar op 1 device installeren. En dat is eigenlijk vreselijk onhandig. Want ik wil het op mijn Iphones (liefst op beiden) die ik bij me draag, op mijn Ipad als ik op de bank zit en liefst ook op een goed tikbaar toetsenbord, zoals van het Chromebookje waar ik nu op tik, als ik een wat langer berichtje sturen wil.
Wat met WhatsApp niet kan, kan met Telegram wel. Dat laatste werkt naar mijn volle tevredenheid op dit moment met hetzelfde account op alle drie genoemde devices. Dus ik lees elk berichtje direct op de foon, pak mijn Ipad voor het makkelijk tikken bij een korte reactie en gebruik mijn Chromebookje voor een paar regels tekst. Er is zelfs een Telegram voor de desktop onder Windows (die ik nog niet geprobeerd heb) en voor de laptopgebruikers bestaat er in elk geval de mogelijkheid om de laptop als Androidtoetstel te simuleren en dan Telegram te gebruiken.
Het gegeven dat je met hetzelfde Telegramaccount kan inloggen op meerdere apparaten (iets wat volgens mij met bv Kik ook niet kan) maakt Telegram voor mij superieur aan WhatsApp. En nu maar hopen dat meer mensen dat voordeel in gaan zien.
Desondanks bleef WhatsApp de standaard, althans voor zover ik kan overzien, voor direct messages. En eigenlijk is dat merkwaardig. Telegram heeft een eigenschap die WhatsApp niet heeft, en het leven een stuk makkelijker maakt. WhatsApp kun je immers maar op 1 device installeren. En dat is eigenlijk vreselijk onhandig. Want ik wil het op mijn Iphones (liefst op beiden) die ik bij me draag, op mijn Ipad als ik op de bank zit en liefst ook op een goed tikbaar toetsenbord, zoals van het Chromebookje waar ik nu op tik, als ik een wat langer berichtje sturen wil.
Wat met WhatsApp niet kan, kan met Telegram wel. Dat laatste werkt naar mijn volle tevredenheid op dit moment met hetzelfde account op alle drie genoemde devices. Dus ik lees elk berichtje direct op de foon, pak mijn Ipad voor het makkelijk tikken bij een korte reactie en gebruik mijn Chromebookje voor een paar regels tekst. Er is zelfs een Telegram voor de desktop onder Windows (die ik nog niet geprobeerd heb) en voor de laptopgebruikers bestaat er in elk geval de mogelijkheid om de laptop als Androidtoetstel te simuleren en dan Telegram te gebruiken.
Het gegeven dat je met hetzelfde Telegramaccount kan inloggen op meerdere apparaten (iets wat volgens mij met bv Kik ook niet kan) maakt Telegram voor mij superieur aan WhatsApp. En nu maar hopen dat meer mensen dat voordeel in gaan zien.
donderdag 27 februari 2014
De ANWB laat je niet gaan (4)
Vandaag was hij er! De brief van de ANWB. Althans, zo leek het want ik kon aan de enveloppe voelen dat er geen acceptgiro in zat, zoals de vorige keren. Na opening de teleurstelling: aanmaning nummer zoveel, ditmaal met incassokosten. En dus geen reactie op mijn brief van vorige week. (Overigens: die brief is dezelfde dag verstuurd als een brief aan KvK en SNS-bank. Beiden handelden het binnen twee dagen af.)
Eerder schreef ik al hoe ik de ANWB weigert mijn opgezegde wegenwachtlidmaatschap als definitief te beschouwen. Daar waar in december mijnANWB duidelijk aangaf dat per 31-12-13 het beëindigd was, heeft de ANWB mij een nieuw lidmaatschap per 1-1-14 gegeven. Niet gratis uiteraard. Ik mag het gewoon betalen.
Als extra cadeautje kreeg ik een mail. Ik mocht mijn mening geven over het contact met de ANWB. Die wil ik u niet onthouden:
Eerder schreef ik al hoe ik de ANWB weigert mijn opgezegde wegenwachtlidmaatschap als definitief te beschouwen. Daar waar in december mijnANWB duidelijk aangaf dat per 31-12-13 het beëindigd was, heeft de ANWB mij een nieuw lidmaatschap per 1-1-14 gegeven. Niet gratis uiteraard. Ik mag het gewoon betalen.
Als extra cadeautje kreeg ik een mail. Ik mocht mijn mening geven over het contact met de ANWB. Die wil ik u niet onthouden:
dinsdag 18 februari 2014
Benin leidt "Go to the start"
Benin maakt een goede kans om de landenmedaille bij het onderdeel "Go-to-the-start" te winnen. De Afrikaanse ploeg heeft op dit moment een voorsprong van 2 minuten en 24 seconden met nog slechts twee onderdelen te gaan.
Benin wordt gecoached door de onlangs bij HSV ontslagen Bert van Marwijk. Al denkt Van Marwijk daar anders over: "Toen ik de kans kreeg om bondscaoch te worden van het winterspelenteam van Benin heb ik HSV meteen gevraagd mijn contract te ontbinden. De clausule dat ik bij verbetering van de sportieve prestaties mocht ontbinden, kon HSV natuurlijk niet naast zich neerleggen.
Met nog twee onderdelen te gaan, is Van Marwijk huiverig om zijn tactiek te onthullen. Maar hij wilde wel een tip van de sluier oplichten. "Bij go-to-the-start" gaat het om de tijd die je nodig hebt om in de startpositie aan de streep te verschijnen. Omdat wij niet verschijnen, is de go-to-the-start-tijd telkens nul seconden. Daar hebben we een mooie voorsprong mee opgebouwd tegenover bijvoorbeeld Nederland, dat telkens wel aan de start verschijnt."
De Nederlandse coaches zijn boos op hun pupillen die deze gouden medaille laten schieten. Zo zei Gerard Kemkers: "Ik heb Sven - Kramer, red - nog zo op het hart gedrukt niet te verschijnen op de 10 km. Maar hij wou het persé. Mijn dreigement dat ik hem de verkeerde bocht in zou sturen maakte geen enkele indruk. De zeven seconden die tussen zijn "go-to-the-start" en de start zat, maken het voor ons vrijwel onmogelijk om goud te winnen."
Het NOC*NSF beraadt zich nog over deze ontwikkelingen. Het overweegt om alle starten af te schaffen in 2014-2015. Fox sport heeft aangegeven hier moeite mee te hebben, omdat dan niet meer kan worden bepaald wanneer de reclames moeten worden uitgezonden.
Benin wordt gecoached door de onlangs bij HSV ontslagen Bert van Marwijk. Al denkt Van Marwijk daar anders over: "Toen ik de kans kreeg om bondscaoch te worden van het winterspelenteam van Benin heb ik HSV meteen gevraagd mijn contract te ontbinden. De clausule dat ik bij verbetering van de sportieve prestaties mocht ontbinden, kon HSV natuurlijk niet naast zich neerleggen.
Met nog twee onderdelen te gaan, is Van Marwijk huiverig om zijn tactiek te onthullen. Maar hij wilde wel een tip van de sluier oplichten. "Bij go-to-the-start" gaat het om de tijd die je nodig hebt om in de startpositie aan de streep te verschijnen. Omdat wij niet verschijnen, is de go-to-the-start-tijd telkens nul seconden. Daar hebben we een mooie voorsprong mee opgebouwd tegenover bijvoorbeeld Nederland, dat telkens wel aan de start verschijnt."
De Nederlandse coaches zijn boos op hun pupillen die deze gouden medaille laten schieten. Zo zei Gerard Kemkers: "Ik heb Sven - Kramer, red - nog zo op het hart gedrukt niet te verschijnen op de 10 km. Maar hij wou het persé. Mijn dreigement dat ik hem de verkeerde bocht in zou sturen maakte geen enkele indruk. De zeven seconden die tussen zijn "go-to-the-start" en de start zat, maken het voor ons vrijwel onmogelijk om goud te winnen."
Het NOC*NSF beraadt zich nog over deze ontwikkelingen. Het overweegt om alle starten af te schaffen in 2014-2015. Fox sport heeft aangegeven hier moeite mee te hebben, omdat dan niet meer kan worden bepaald wanneer de reclames moeten worden uitgezonden.
Goud met een rouwrand
Als ik de sociale media lees, rouwt Nederland om het goud van Jorrit Bergsma. Niet omdat "we" Jorrit zijn goud niet gunnen. Maar omdat "we" allemaal meeleefden met Sven Kramer, die vier jaar geleden de verkeerde bocht in werd gestuurd door zijn coach Gerard Kempkers en toen het goud verspeelde. Maar voor mij doet die foute wissel van vier jaar geleden niets af aan de prestatie van Bergsma, die een tijd neerzette die eigenlijk niet te verslaan was. Ook niet door Kramer. Zelfs niet als hij een binnenbocht te veel had gereden wat niet door een baancommissaris was opgemerkt.
Shorttrackcoach Jeroen Otter en schaatster Jorien ter Mors hadden de gouden medaille van Ter Mors op de 1.500 meter in willen ruilen voor een willekeurige shorttrackmedaille. Die opmerking werd hun niet in dank afgenomen. Ik ben benieuwd wat het antwoord was geweest van Bergsma op de vraag wat hij liever zou winnen: Olympisch goud of de Elfstedentocht. Ik denk dat hij voor het laatste zou kiezen. En ik kan hem geen ongelijk geven. Overigens kan ik me voorstellen dat Sven zijn zilveren medaille zo zou willen inruilen voor een bronzen voor zijn vader.
In de medaillespiegel van de Winterspelen staat Nederland op dit moment op een prachtige derde plek, met zes gouden, zes zilveren en acht bronzen medailles. Negentien hiervan werden gewonnen bij het langebaanschaatsen. Oftewel, van de 27 medailles bij het langebaanschaatsen zijn er negentien voor Nederland. Internationaal bekeken is het maar goed dat er bij de ploegenachtervolging er maar één Nederlands team mee mag doen. Als er zoals bij bobslee een Nederland 1 en 2 was, dan zouden aan het einde van de rit tweederde van de medailles op het langebaanschaatsen voor Nederland zijn. Nu zal het daar net iets onder uitkomen.
Ik rouw met Nederland mee. Niet om het zilver van Sven Kramer. Maar wel om de teloorgang van het langebaanschaatsen. Het is een Nederlands feestje geworden, waarbij eventuele concurrenten zoals op de 10 kilometer al bij voorbaat de handdoek in de ring gooien. Een feestje bovendien waarbij 1/3 van de gouden winnaars het langebaanschaatsen als tweede sport hebben, na de marathon respectievelijk de shorttrack.
Ik rouw ook mee met NOC*NSF. Die keren de medaillewinnaars een premie uit. Hoog is die niet, 30.000 voor een gouden medaille vind ik alleszins acceptabel. Maar voor het eerst had NOC*NSF zich hier niet tegen verzekerd. En dus is de pot te leeg om alle medaillewinnaars te betalen. Dat geld zal NOC*NSF ergens vandaan moeten halen. Ik ben bang dat onze korfballers, die andere sport waarin we in de wereldtop staan, het komende jaar flink op hun budget gekort moeten worden.
Maar vooral rouw ik om de euforie. De euforie over medailles in een sport die blijkbaar door niemand meer serieus wordt genomen. Een sport waarin geen concurrentie meer is van goede Noren, Zweden, Canadezen of Amerikanen, maar alleen van Nederlandse shorttrackers en marathonrijders.
Mijn liefde voor het langebaanschaatsen zal nooit verdwijnen. En daarom hoop ik dat er in 2018 goud wordt gewonnen door een nieuwe Noorse Kos en een Canadese Wotherspoon. En desnoods een Hans van Helden die voor Frankrijk rijdt.
Shorttrackcoach Jeroen Otter en schaatster Jorien ter Mors hadden de gouden medaille van Ter Mors op de 1.500 meter in willen ruilen voor een willekeurige shorttrackmedaille. Die opmerking werd hun niet in dank afgenomen. Ik ben benieuwd wat het antwoord was geweest van Bergsma op de vraag wat hij liever zou winnen: Olympisch goud of de Elfstedentocht. Ik denk dat hij voor het laatste zou kiezen. En ik kan hem geen ongelijk geven. Overigens kan ik me voorstellen dat Sven zijn zilveren medaille zo zou willen inruilen voor een bronzen voor zijn vader.
In de medaillespiegel van de Winterspelen staat Nederland op dit moment op een prachtige derde plek, met zes gouden, zes zilveren en acht bronzen medailles. Negentien hiervan werden gewonnen bij het langebaanschaatsen. Oftewel, van de 27 medailles bij het langebaanschaatsen zijn er negentien voor Nederland. Internationaal bekeken is het maar goed dat er bij de ploegenachtervolging er maar één Nederlands team mee mag doen. Als er zoals bij bobslee een Nederland 1 en 2 was, dan zouden aan het einde van de rit tweederde van de medailles op het langebaanschaatsen voor Nederland zijn. Nu zal het daar net iets onder uitkomen.
Ik rouw met Nederland mee. Niet om het zilver van Sven Kramer. Maar wel om de teloorgang van het langebaanschaatsen. Het is een Nederlands feestje geworden, waarbij eventuele concurrenten zoals op de 10 kilometer al bij voorbaat de handdoek in de ring gooien. Een feestje bovendien waarbij 1/3 van de gouden winnaars het langebaanschaatsen als tweede sport hebben, na de marathon respectievelijk de shorttrack.
Ik rouw ook mee met NOC*NSF. Die keren de medaillewinnaars een premie uit. Hoog is die niet, 30.000 voor een gouden medaille vind ik alleszins acceptabel. Maar voor het eerst had NOC*NSF zich hier niet tegen verzekerd. En dus is de pot te leeg om alle medaillewinnaars te betalen. Dat geld zal NOC*NSF ergens vandaan moeten halen. Ik ben bang dat onze korfballers, die andere sport waarin we in de wereldtop staan, het komende jaar flink op hun budget gekort moeten worden.
Maar vooral rouw ik om de euforie. De euforie over medailles in een sport die blijkbaar door niemand meer serieus wordt genomen. Een sport waarin geen concurrentie meer is van goede Noren, Zweden, Canadezen of Amerikanen, maar alleen van Nederlandse shorttrackers en marathonrijders.
Mijn liefde voor het langebaanschaatsen zal nooit verdwijnen. En daarom hoop ik dat er in 2018 goud wordt gewonnen door een nieuwe Noorse Kos en een Canadese Wotherspoon. En desnoods een Hans van Helden die voor Frankrijk rijdt.
Abonneren op:
Posts (Atom)