Translate

donderdag 12 januari 2012

Lijsten in Facebook

Facebook kende het al langer: lijsten. Het was een functie die altijd op de achtergrond zat. Door het succes van de cirkels in Google+ (althans, dat is mijn vermoeden), heeft Facebook enkele maanden geleden de lijstenfunctie veel meer prominent op de voorgrond gezet. Zo maakte Facebook ineens zelf lijsten aan, op basis van werkgever, geboorteplaats en woonplaats (al was mijn lijst 'omgeving van Elst' wel ruim, aangezien deze automatisch zowel Arnhemmers als Nijmegenaren toevoegde, waarmee het natuurlijk niet een lijst was om over voetbal te posten op Facebook.

Lijsten kun je op twee manieren gebruiken: je kunt iets delen met alleen een bepaalde lijst.

 


Dat kan handig zijn. Zo deel ik Wordfeud-updates alleen met mijn Wordfeudlijst, deel ik een oproep voor nieuwe Elistha-spelers alleen met de lijst "Elst" en plaats ik een berichtje over een examen alleen zichtbaar voor mijn lijstje (oud-)studenten (al is die lijst geen goede meer, er zitten te veel mensen in waarvoor dat berichtje weer niet interessant was). Door lijsten te gebruiken bij het plaatsen van berichten, ontlast je de tijdlijn van je contacten waarvoor het berichtje niet interessant is.

Vervolgens kun je de lijsten ook gebruiken bij het lezen.



Door op een lijst te klikken, zie je alleen de updates van mensen in die lijst. Dit kan handig zijn als je bijvoorbeeld Facebook ook meer zakelijk gebruikt (dan kun je voor je zakelijke lijst kiezen), of als je bijvoorbeeld alleen even de updates van je belangrijkste vrienden wilt zien.

Zelf zie ik dat op Google+ de cirkels (die weliswaar iets anders werken, maar in essentie is het hetzelfde) veel bewuster gebruikt worden dan de lijsten op Facebook. Dat is niet vreemd. De cirkels zijn door Google+ gebruikt in het aanprijzen van dit netwerk en bovendien is het maken van cirkels in Google+ makkelijker dan het maken van lijsten in Facebook.

Toch verwacht ik dat de lijstenfunctie in Facebook de komende tijd steeds meer gebruikt gaat worden. Dit ook omdat het gemiddelde aantal contacten op Facebook nu op 130 ligt, wat de grens van hetgeen sociologen als maximaal zien (ca 150) benaderd. Dit betekent dat veel mensen op Facebook meer contacten hebben dan ze in real life daadwerkelijk onderhouden. Die mensen (mensen die je niet echt kent) kun je eenvoudig onthouden van meer persoonlijke updates door goede lijsten te maken. En mijn advies is: begin daar snel mee, want zowel mijn ervaring op Facebook als op Google+ is dat het een monnikkenwerk is als je 500 contacten moet gaan uitzoeken.

Wist je trouwens dat je een statusupdate op Facebook ook onzichtbaar kunt maken voor ƩƩn of enkele personen (en dan zijn de reacties op die update voor die personen ook onzichtbaar)? Dat kan handig zijn als je bijvoorbeeld een vriend of vriendin wil verrassen. Dat kun je gewoon "regelen" via Facebook, zonder dat die vriend of vriendin het ziet.

















Facebook biedt wat  dit betreft mooie mogelijkheden. Maar ik moet eerlijk zeggen: het werkt beter, makkelijker en mooier in Google+.

20 jaar in de social media

Zo rond deze tijd zou ik mijn 20-jarige socialemediajubileum moeten vieren, al ben ik de precieze dag vergeten. En die is ook niet meer terug te halen, in tegenstelling tot mijn eerste tweet, mijn eerste dag op Facebook of mijn eerste Google+-post. Niet omdat een toenmalig profiel vakkundig gewist is, maar omdat er van een profiel nog geen sprake was.
Tijdens mijn vervangende dienst bij de Vereniging Dienstweigeraars kwam ik in aanraking met de fenomenen BBS en Videotex. Via een piepend modempje inbellen en dan op het monochrome scherm (oranje op zwart op de enige PC bij VD die verbinding had met internet) berichtjes van anderen voorbij zien komen. En deze worden wel gezien als de pioniers binnen de sociale media (zie ook de infographic aan het einde van deze post).
De snelheden waren van een onwaarschijnlijke traagheid, meer dan tekst werd er dan ook niet getoond (wat gezien de grafische mogelijkheden van het gemiddelde beeldscherm dat toen in gebruik was, ook niet zo'n probleem was. Een leuk stukje over de BBS is hier te vinden, waarbij vooral ook de reacties het lezen waard zijn. Leuk is ook de lijst uit 1996, toen de meeste BBS-en al 24 uur per dag en 7 dagen per week online waren, er plaatjes en muziek te downloaden waren. Dat waren de nadagen. Internet had inmiddels al lang zijn intrede gedaan voor de particuliere gebruiker.

dinsdag 3 januari 2012

Efficient social mediagebruik

Zo rond de jaarwisseling springen ook op internet de top-zovelen je om de oren. Een veel voorkomende is de "Twitter-top-100" die in allerlei branches en organisaties gemaakt wordt. Die Twitter-top-100's zijn gebaseerd op het aantal volgers, de Kloutscore of een combinatie. Overigens slaan de lijstenmakers die de Kloutscore pakken de plank behoorlijk mis: Klout meet niet alleen binnen Twitter maar een breed scala aan sociale media, waaronder Facebook, Google+, Linkedin, Foursquare, Blogger, Wordpress, Tumblr en Youtube. En dat kan nogal van invloed zijn (kijk bijvoorbeeld hier voor een voorbeeld over de invloed van Google+).

Overigens ben ik zonder meer van mening dat een score die breed meet in de social media meer zegt dan uitsluitend een Twitterscore, al blijft het de vraag waarom we het ene medium wel meenemen en het andere niet (mooi lijstje om te zien wat er allemaal is, blijft deze). Maar we moeten dan wel stoppen om een "Twitter-top-100" vast te stellen op basis de Kloutscore (en dit zou overigens ook respect tonen richting mensen met een hoge Kloutscore die echter bewust niet - bijzonder - actief zijn op Twitter).

Toch zijn er ook bij een Kloutscore kanttekeningen te plaatsen. Op de rekenmethodiek is regelmatig kritiek te horen en daarnaast zegt de score eigenlijk alleen iets over mensen die een Kloutprofiel hebben aangemaakt en daarmee de verschillende social media aan elkaar hebben gekoppeld. Maar dan nog zegt de score nog niets over efficiƫnt gebruik.

Wat mij bij het bestuderen van lijstje als deze is dat er mensen zijn die met een heel net en terughoudend social mediagebruik en een beperkte groep van (blijkbaar) trouwe volgers, een hele aardige Kloutscore bereiken. Als ik bijvoorbeeld de score van @Mieke11 vergelijk met mijn eigen score en de score van vele anderen, dan heb je helemaal geen leger aan volgers en boeken vol tweets en statusupdates nodig. Efficiƫnt gebruik dus.

maandag 2 januari 2012

Mijn verleden op Facebook

Ik ben historicus. En als historicus hecht ik dan ook aan een betrouwbare weergave van de werkelijkheid, voor zover geschiedenis ooit betrouwbaar kan zijn. Bovendien heb ik een klap van de Collingwoodiaanse school meegekregen. Die visie van Collingwood op geschiedenis als wetenschap was dat dit het "heropvoeren van andermans gedachten in eigen geest" was.

Met social media heb ik me nog nooit druk gemaakt over het verleden. Maar de nieuwe tijdlijn van Facebook dwingt me er wel toe. Want een groot deel van mijn leven lijkt op Facebook een volkomen inactief gebeuren. Ik ben geboren, afgestudeerd en een paar keer van baan veranderd. En dat is het, want dat zijn de enige "levensgebeurtenissen" die Facebook van me kent. Een saaie pief dus, die van de wereld niet meer heeft gezien dan Nederland en Hongarije (ja, sinds wanneer kunnen we inchecken op Facebook: sinds afgelopen jaar toch?).

Maar als historicus wil ik mijn eigen leven er completer op hebben. En daarom ben ik vandaag begonnen met het toevoegen van mijn verre reizen. De laatste reis, in 2001 van Beijing naar Kathmandu, dwars door Tibet, als eerste.

Hierbij stuitte ik allereerst op het probleem dat je van Facebook wel ergens geweest mag zijn als "reiziger", maar dat je - tenzij ik iets mis - maar naar 1 plaats tegelijk kunt reizen. De gemaakte reis kent Facebook dan ook nu als een heel stel reizen, waarbij elke plaats een afzonderlijke reis is. Het tweede probleem is dat ik per plaats maar 1 foto mocht toevoegen. En dat zou bijvoorbeeld Beijing toch echt te kort doen. Een probleem dat eenvoudig oplosbaar is, door verschillende locaties in een plaats apart toe te voegen:

Plein van de Hemelse vrede: aan de kleur van het petje herkent men de groep.




































Prullenbak in stijl in de verboden stad



































Klooster Labrang

Nadat dit probleem getackeld was, stuitte ik op probleem 3. Want ik kan alleen plaatsen op de kaart toevoegen als de plaatsen al bestaan. En dat gold wel voor de Verboden Stad en het Plein van de Hemelse vrede, maar niet bijvoorbeeld voor het klooster in Labrang. De optie dan is om zelf een Facebookpagina met adres te maken. Een pagina met adres is immers een plek waar je in kunt checken, en wat we al wisten over inchecken met de mobiele telefoon geldt dus ook voor inchecken "achteraf". Vol goede moed begon ik met het maken van de eerste pagina. Om al snel te ontdekken dat, zodra we de binnenlanden van Chinees Tibet en Tibet introkken, op plekken kwamen die Facebook allemaal nog niet kent (mogelijkheden voor de marketeers!). En om mijn eigen profiel niet te vervuilen met allemaal nieuwe pagina's voor al die wonderschone Tibetaanse dorpen en kloosters (die eigenlijk stuk voor stuk een pagina waard zijn), heb ik het aantal plaatsen van de reis maar wat verkort en soms voor een wat creatieve oplossing gekozen (zo lijkt het nu alsof ik op de Mount Everest ben geweest, terwijl ik het basiskamp aan Tibetaanse zijde natuurlijk meer dan hoog genoeg vond).

Uiteindelijk zit mijn eerste reis "erin". Met foto's uit die tijd: analoog genomen met een oude, vertrouwde Canon-spiegelreflex die ik zo uit het album met de Iphone gefotografeerd heb. Want ja, voor fotografische kwaliteit hoef je niet op Facebook te zijn.