De afgelopen maand is deze blog een 800 keer "bekeken". Wat bekeken inhoudt, durf ik niet precies te zeggen, in elk geval is "bekeken" iets anders dan gelezen. En zelfs al zou de blog 800 keer gelezen zijn, dan nog zijn het geen aantallen om echt indrukwekkend te vinden. 800 lezers, dat zijn aantallen die ik wel gewend was toen ik artikelen schreef voor diverse bladen, en boeken die ik geschreven heb haalden een veelvoud hiervan aan verkochte exemplaren. Van mijn blogbezoekers komt iets meer dan de helft uit het Nederlands taalgebied of uit landen waar ik van weet dat er contacten van me zitten die in elk geval de Nederlandse taal machtig zijn. Dus 800 bezoekers is leuk, maar 400 lezers is het maximum. Alle begin is moeilijk, zullen we maar zeggen.
Maar die cijfers zijn nog geen reden om dit tussendoortje te schrijven. De reden is wel dat me opvalt dat het aantal klikken per social medium enorm verschilt. Als ik het aantal via een verwijzingssite deel door mijn aantal contacten op die site (vrienden op Facebook, volgers op Twitter, contacten op Linkedin en mensen die me volgen op Google+) dan ontstaat grofweg het volgen beeld:
* Elke connectie op Linkedin heeft 0,02 keer deze blog gezien;
* Elke volger op Twitter heeft 0,035 keer deze blog gezien
* Elke vriend op Facebook heeft 0,1 deze blog gezien;
* Elke volger op Google+ heeft 0,5 keer deze blog gezien.
De meeste van mijn Facebookcontacten zijn ook contact op Linkedin. Maar zelfs als ik dit allemaal optel, kom ik tot de opzienbarende conclusie dat per contact Google+ nu al de verwijzingssite naar mijn blog geworden is. Het zou natuurlijk kunnen zijn dat mijn (veelal onbekende en dus nieuwe) google+volgers nog moeten ontdekken hoe slecht deze blog is en ze er nog wel op klikken, terwijl bv Facebookcontacten dat niet meer doen. Maar de statistieken wijzen het tegendeel uit. De laatste week is juist het aantal verwijzingen via Google+ sterk gegroeid .
Kortom, na weer een staaltje van methodisch volkomen onverantwoord onderzoek: Google+-ers lezen je blog! En wie niet op Google+ zit, mist wat.
www.cluitmans.nl
Translate
zaterdag 6 augustus 2011
De identiteit van je tijdlijn in de social media
Hoe werkt je tijdlijn? Die vraag houdt me meer en meer bezig en elke social netwerk heeft er zijn eigen, nauwelijks doorgrondbare principes voor. Een eerste inkijkje, niet zozeer om antwoorden te geven maar meer om vragen te stellen die hopelijk door ons, de gebruikers, ooit beantwoord worden.
Om maar even met het meest bekende netwerk, Facebook, te beginnen. Je tijdlijn is dat wat je ziet als je inlogt op Facebook. Je bereikt je tijdlijn ook door in Facebook op startpagina te klikken. Rechts boven zie je dan twee mogelijkheden: "belangrijkste nieuws" en "meest recent". Bij "belangrijkste nieuws" zie je de berichten in een volgorde waarvan Facebook denkt dat die het belangrijkst is. Berichten krijgen een waardering, die gebaseerd is op de mate waarin je contact met iemand hebt, hebt aantal reacties en likes op het bericht etc. Oftewel: een algoritme (overigens niet echt beroerd) dat bepaalt wat jij "belangrijk" vindt op basis van je Facebookgedrag. Dit is de standaardinstelling van Facebook, die vooral als risico heeft dat je updates mist van vrienden met wie je wat minder contact hebt (en vooral als die vrienden bijvoorbeeld pas net op Facebook zitten, kan het ongewenst zijn dat je deze updates mist).
Bij "meest recent" zie je alles, maar let op: standaard staat deze optie op "vrienden en pagina's die je het meest bekijk"(klik op het pijltje naast "meest recent, vervolgens op opties bewerken om je instellingen te zien). En ook hier kun je dus die update van bv een net toegevoegde vriend makkelijk missen.
Mijn advies: zet je instellingen op "meest recent" en kies voor "alle vrienden en pagina's". Wil je selecties maken, dan kun je beter zelf lijsten maken (zie een eerdere blog).
Een tweede advies: veel tijdlijnen worden vervuild door updates van allerlei zogenaamde toepassingen. Dit kunnen spelletjes zijn (bv Frontier), maar ook bijvoorbeeld direct doorgeplaatste tweets van Twitter. Eerlijk gezegd interesseert het mij geen hol dat een vriend van me een kalf gekregen heeft op Frontier en als ik tweets wil lezen, dan kijk ik wel op Twitter. Wil je je tijdlijn hierdoor niet laten vervuilen? Klik dan rechtsboven bij zo'n bericht op een kruisje en je krijgt de optie om alles van de toepassing te verbergen. In de al eerder genoemde opties kun je precies zien welke toepassingen je verborgen hebt, maar voor mij in elk geval geen koeien, pseudoharten, tweets en andere vormen van Facebookspam meer in mijn tijdlijn!
Bij Hyves is je tijdlijn een stuk simpeler. In je overzicht zie je chronologisch de posts van je vrienden op Hyves. Naast "overzicht" kun je klikken op populairst, maar dat stelt eigenlijk weinig voor: Hyves filtert nu de updates en laat alleen die updates zien waar iemand een commentaar bij geplaatst heeft of een "respect" aan gegeven heeft. Wat dat betreft is "belangrijkste nieuws" op Facebook toch iets interessanter.
Zowel Facebook (bij de keuze voor "meest recent") als Hyves bepalen het chronologische tijdstip aan de hand van de originele post. Met andere woorden: als ik vorig jaar iets op Facebook heb geplaatst en iemand vindt dit vandaag leuk, dan kruipt die post niet in de tijdlijn omhoog. Interessant is nu dat bij Google+, het nieuwe netwerk, iets anders aan de hand lijkt. Bij Google+ staat namelijk bovenaan in je tijdlijn de meest recente post dan wel de post met de meest recente reactie. Met andere woorden, als ik vandaag bij een post van vorig jaar (hypothetisch uiteraard bij een netwerk dat nog lang geen jaar bestaat) commentaar plaats, dan komt die oude post ineens hoog in jouw tijdlijn (ervan uitgaande dat wij elkaar volgen in Google+, voor de niet Google+-ers, zeg maar vrienden zijn - en voor de wel Google+-ers, ik weet dat deze vergelijking niet geheel correct is, maar het gaat even om het beeld!).
Het tijdlijnmanagement in Google+ is dus heel anders dan bij Facebook (dat twee mogelijkheden heeft zoals hierboven beschreven) of Hyves. En dat betekent dat er op een heel andere manier bepaald wordt wat we in onze tijdlijn zien.
Naar mijn mening is het gevecht om de plek in de tijdlijn het gevecht van de toekomst. Want hoe meer er geplaatst wordt in de social media, hoe belangrijker het is om bovenaan te staan bij iemand die inlogt. Dit geldt zowel meer privé (je wilt natuurlijk wel dat je vrienden je updates zien) als zakelijk (bedrijven willen natuurlijk ook bovenaan komen met bijvoorbeeld hun pagina of het alternatief hiervoor straks op Google+). Daarom is het van groot belang dat we grip krijgen op onze eigen tijdlijnen. Lijsten in Facebook en cirkels en Google+ maken dat (in beperkte mate) mogelijk. Maar om echt de baas te worden over onze tijdlijn zullen we er meer van moeten weten en zullen we hem zelf moeten kunnen instellen.
Bovenstaande over de werking van de tijdlijnen is vooral gebaseerd op eigen experimenteren, vaak met hulp van enkele contacten. Mochten er fouten in zitten: laat het me weten! Ik pretendeer niet dat ik het allemaal al helemaal door heb!
(Nog een aardigheidje: wat zie je op Facebook bij plaatsen? Voorlopig onderzoek leert me (maar ik durf dit nog niet glashart te beweren) dat ik bij plaatsen de foto's zie van contacten (eventueel vrienden van vrienden? - durf ik nog niet te zeggen) die genomen zijn als bij een plaats is ingecheckt.)
www.cluitmans.nl
Om maar even met het meest bekende netwerk, Facebook, te beginnen. Je tijdlijn is dat wat je ziet als je inlogt op Facebook. Je bereikt je tijdlijn ook door in Facebook op startpagina te klikken. Rechts boven zie je dan twee mogelijkheden: "belangrijkste nieuws" en "meest recent". Bij "belangrijkste nieuws" zie je de berichten in een volgorde waarvan Facebook denkt dat die het belangrijkst is. Berichten krijgen een waardering, die gebaseerd is op de mate waarin je contact met iemand hebt, hebt aantal reacties en likes op het bericht etc. Oftewel: een algoritme (overigens niet echt beroerd) dat bepaalt wat jij "belangrijk" vindt op basis van je Facebookgedrag. Dit is de standaardinstelling van Facebook, die vooral als risico heeft dat je updates mist van vrienden met wie je wat minder contact hebt (en vooral als die vrienden bijvoorbeeld pas net op Facebook zitten, kan het ongewenst zijn dat je deze updates mist).
Bij "meest recent" zie je alles, maar let op: standaard staat deze optie op "vrienden en pagina's die je het meest bekijk"(klik op het pijltje naast "meest recent, vervolgens op opties bewerken om je instellingen te zien). En ook hier kun je dus die update van bv een net toegevoegde vriend makkelijk missen.
Mijn advies: zet je instellingen op "meest recent" en kies voor "alle vrienden en pagina's". Wil je selecties maken, dan kun je beter zelf lijsten maken (zie een eerdere blog).
Een tweede advies: veel tijdlijnen worden vervuild door updates van allerlei zogenaamde toepassingen. Dit kunnen spelletjes zijn (bv Frontier), maar ook bijvoorbeeld direct doorgeplaatste tweets van Twitter. Eerlijk gezegd interesseert het mij geen hol dat een vriend van me een kalf gekregen heeft op Frontier en als ik tweets wil lezen, dan kijk ik wel op Twitter. Wil je je tijdlijn hierdoor niet laten vervuilen? Klik dan rechtsboven bij zo'n bericht op een kruisje en je krijgt de optie om alles van de toepassing te verbergen. In de al eerder genoemde opties kun je precies zien welke toepassingen je verborgen hebt, maar voor mij in elk geval geen koeien, pseudoharten, tweets en andere vormen van Facebookspam meer in mijn tijdlijn!
Bij Hyves is je tijdlijn een stuk simpeler. In je overzicht zie je chronologisch de posts van je vrienden op Hyves. Naast "overzicht" kun je klikken op populairst, maar dat stelt eigenlijk weinig voor: Hyves filtert nu de updates en laat alleen die updates zien waar iemand een commentaar bij geplaatst heeft of een "respect" aan gegeven heeft. Wat dat betreft is "belangrijkste nieuws" op Facebook toch iets interessanter.
Zowel Facebook (bij de keuze voor "meest recent") als Hyves bepalen het chronologische tijdstip aan de hand van de originele post. Met andere woorden: als ik vorig jaar iets op Facebook heb geplaatst en iemand vindt dit vandaag leuk, dan kruipt die post niet in de tijdlijn omhoog. Interessant is nu dat bij Google+, het nieuwe netwerk, iets anders aan de hand lijkt. Bij Google+ staat namelijk bovenaan in je tijdlijn de meest recente post dan wel de post met de meest recente reactie. Met andere woorden, als ik vandaag bij een post van vorig jaar (hypothetisch uiteraard bij een netwerk dat nog lang geen jaar bestaat) commentaar plaats, dan komt die oude post ineens hoog in jouw tijdlijn (ervan uitgaande dat wij elkaar volgen in Google+, voor de niet Google+-ers, zeg maar vrienden zijn - en voor de wel Google+-ers, ik weet dat deze vergelijking niet geheel correct is, maar het gaat even om het beeld!).
Het tijdlijnmanagement in Google+ is dus heel anders dan bij Facebook (dat twee mogelijkheden heeft zoals hierboven beschreven) of Hyves. En dat betekent dat er op een heel andere manier bepaald wordt wat we in onze tijdlijn zien.
Naar mijn mening is het gevecht om de plek in de tijdlijn het gevecht van de toekomst. Want hoe meer er geplaatst wordt in de social media, hoe belangrijker het is om bovenaan te staan bij iemand die inlogt. Dit geldt zowel meer privé (je wilt natuurlijk wel dat je vrienden je updates zien) als zakelijk (bedrijven willen natuurlijk ook bovenaan komen met bijvoorbeeld hun pagina of het alternatief hiervoor straks op Google+). Daarom is het van groot belang dat we grip krijgen op onze eigen tijdlijnen. Lijsten in Facebook en cirkels en Google+ maken dat (in beperkte mate) mogelijk. Maar om echt de baas te worden over onze tijdlijn zullen we er meer van moeten weten en zullen we hem zelf moeten kunnen instellen.
Bovenstaande over de werking van de tijdlijnen is vooral gebaseerd op eigen experimenteren, vaak met hulp van enkele contacten. Mochten er fouten in zitten: laat het me weten! Ik pretendeer niet dat ik het allemaal al helemaal door heb!
(Nog een aardigheidje: wat zie je op Facebook bij plaatsen? Voorlopig onderzoek leert me (maar ik durf dit nog niet glashart te beweren) dat ik bij plaatsen de foto's zie van contacten (eventueel vrienden van vrienden? - durf ik nog niet te zeggen) die genomen zijn als bij een plaats is ingecheckt.)
www.cluitmans.nl
De identiteit van Linkedin: Linkedout?
Raakt Linkedin Linkout? Die vraag speelt bij mij al een aantal maanden door het hoofd. Het merkwaardige geval is namelijk dat Linkedin het sociale netwerk is waar ik enerzijds verreweg de meeste contacten heb, maar anderzijds ook verreweg de minste interactie. Daar waar een tweet soms, een Facebookbericht meestal en een Google+-update vrijwel altijd tot een reactie leidt, lijkt het posten op Linkedin een vrijwel zinloze bezigheid. Overigens moet ik hier wel aan toevoegen dat er zeker actieve groepen zijn op Linkedin, waar actie ook tot reactie leid.
Maar in mijn netwerk (dat kan natuurlijk aan mij liggen), is - een enkele uitzondering daargelaten - het plaatsen op Linkedin grotendeels beperkt tot profielupdates. Een enkele keer komt er eens een berichtje, maar als het bijvoorbeeld verwijzingen naar "nieuws" is, is het veelal nieuws uit de oude doos. Overigens, wel altijd goed bedoelt....
Dat neemt niet weg dat Linkedin handig is. Allereerst is het natuurlijk een soort "sociaal adresboek" waarin het makkelijk zoeken en selecteren is, en ik heb ook het idee dat veel mensen het op deze manier gebruiken. Bovendien zijn er, zoals gezegd, een aantal groepen met interessante discussies en bijdragen van overigens wisselende kwaliteit.
Het grootste probleem voor Linkedin is misschien ook wel dit niet actieve gebruik van het netwerk. In een blog vandaag op Mashable las ik dat slechts 8% van de Linkedingebruikers het medium dagelijks raadpleegt. Dat is ongelooflijk weinig. Bij Facebook ligt dit percentage bijna acht maal zo hoog, bij Twitter en Google+ ruim vijf maal zo hoog. De cijfers deden me terugdenken aan mijn kerstvakantie toen ineens een hele berg aan uitnodigingen van een maand ervoor geaccepteerd werd. Blijkbaar was vakantietijd een reden om weer eens op Linkedin te kijken, wat voor een zakelijk netwerk toch wel heel raar is.
Linkedin is niet al te positief in het nieuws bovendien. Met name op het mogelijke gebruik van profielen in advertenties is een storm van kritiek gekomen. En mijn inschatting is dat juist Linkedingebruikers zich meer zorgen maken over hun privacy dan de gemiddelde Facebooker bijvoorbeeld. Ik hoor in elk geval nog vaak dat mensen wel op Linkedin zitten en niet op Facebook bijvoorbeeld, omdat ze hun privé-hebben-en-houden niet met Jan en alleman willen delen (hoewel dat meer een kwestie is van je privacyinstellingen in je account dan van het netwerk dat je gebruikt, maar dat terzijde). Feitelijk heeft Linkedin misschien wel geluk dat de gebruikers zo beperkt actief zijn, zodat de storm over de advertenties over veel gebruikers (zeker in deze vakantietijd) heen gewaaid is.
Of Linkedin ten onder gaat zoals Tom Sanders vandaag beweert, is nog maar de vraag. Dat geldt zeker ook voor zijn mening over de financiële resultaten van Linkedin.Dat er bij Linkedin winst wordt gemaakt, is op dit moment wellicht relevanter dan wat het rendement op het eigen vermogen is.
Zelf zie ik nog wel een toekomst voor het netwerk, zeker in een land als Nederland waar we werk en privé graag gescheiden houden (en het daarom misschien niet raar is dat Nederland meer Linkedinners heeft dan enig ander land op het Europese vasteland). Ik zie mezelf mijn account nog niet zo snel opzeggen, al was het maar omdat ik sinds Linkedin mijn verzameling visitekaartjes diep verstopt heb. Een voorlopig zal Linkedin door zijn imago een bepaalde groep mensen die zich nog niet echt geroepen voelen tot andere social media, blijven trekken.
Maar echt booming zie ik Linkedin niet worden. Want de veronderstelde kracht van het netwerk (het zakelijke) is ook de zwakte. Zeker ook door social media vervagen die grenzen steeds meer. De stap die ik zette toen ik mijn eerste blog schreef, nog geen jaar geleden, zal door steeds meer mensen gezet worden. Op Facebook en op Google+ zie ik steeds meer de vermenging van zakelijk en privé. Een vermenging die op Linkedin door de aard van het netwerk onmogelijk is.
www.cluitmans.nl
Maar in mijn netwerk (dat kan natuurlijk aan mij liggen), is - een enkele uitzondering daargelaten - het plaatsen op Linkedin grotendeels beperkt tot profielupdates. Een enkele keer komt er eens een berichtje, maar als het bijvoorbeeld verwijzingen naar "nieuws" is, is het veelal nieuws uit de oude doos. Overigens, wel altijd goed bedoelt....
Dat neemt niet weg dat Linkedin handig is. Allereerst is het natuurlijk een soort "sociaal adresboek" waarin het makkelijk zoeken en selecteren is, en ik heb ook het idee dat veel mensen het op deze manier gebruiken. Bovendien zijn er, zoals gezegd, een aantal groepen met interessante discussies en bijdragen van overigens wisselende kwaliteit.
Het grootste probleem voor Linkedin is misschien ook wel dit niet actieve gebruik van het netwerk. In een blog vandaag op Mashable las ik dat slechts 8% van de Linkedingebruikers het medium dagelijks raadpleegt. Dat is ongelooflijk weinig. Bij Facebook ligt dit percentage bijna acht maal zo hoog, bij Twitter en Google+ ruim vijf maal zo hoog. De cijfers deden me terugdenken aan mijn kerstvakantie toen ineens een hele berg aan uitnodigingen van een maand ervoor geaccepteerd werd. Blijkbaar was vakantietijd een reden om weer eens op Linkedin te kijken, wat voor een zakelijk netwerk toch wel heel raar is.
Linkedin is niet al te positief in het nieuws bovendien. Met name op het mogelijke gebruik van profielen in advertenties is een storm van kritiek gekomen. En mijn inschatting is dat juist Linkedingebruikers zich meer zorgen maken over hun privacy dan de gemiddelde Facebooker bijvoorbeeld. Ik hoor in elk geval nog vaak dat mensen wel op Linkedin zitten en niet op Facebook bijvoorbeeld, omdat ze hun privé-hebben-en-houden niet met Jan en alleman willen delen (hoewel dat meer een kwestie is van je privacyinstellingen in je account dan van het netwerk dat je gebruikt, maar dat terzijde). Feitelijk heeft Linkedin misschien wel geluk dat de gebruikers zo beperkt actief zijn, zodat de storm over de advertenties over veel gebruikers (zeker in deze vakantietijd) heen gewaaid is.
Of Linkedin ten onder gaat zoals Tom Sanders vandaag beweert, is nog maar de vraag. Dat geldt zeker ook voor zijn mening over de financiële resultaten van Linkedin.Dat er bij Linkedin winst wordt gemaakt, is op dit moment wellicht relevanter dan wat het rendement op het eigen vermogen is.
Zelf zie ik nog wel een toekomst voor het netwerk, zeker in een land als Nederland waar we werk en privé graag gescheiden houden (en het daarom misschien niet raar is dat Nederland meer Linkedinners heeft dan enig ander land op het Europese vasteland). Ik zie mezelf mijn account nog niet zo snel opzeggen, al was het maar omdat ik sinds Linkedin mijn verzameling visitekaartjes diep verstopt heb. Een voorlopig zal Linkedin door zijn imago een bepaalde groep mensen die zich nog niet echt geroepen voelen tot andere social media, blijven trekken.
Maar echt booming zie ik Linkedin niet worden. Want de veronderstelde kracht van het netwerk (het zakelijke) is ook de zwakte. Zeker ook door social media vervagen die grenzen steeds meer. De stap die ik zette toen ik mijn eerste blog schreef, nog geen jaar geleden, zal door steeds meer mensen gezet worden. Op Facebook en op Google+ zie ik steeds meer de vermenging van zakelijk en privé. Een vermenging die op Linkedin door de aard van het netwerk onmogelijk is.
www.cluitmans.nl
woensdag 3 augustus 2011
De identiteit van de bekende Nederlander op Facebook
Wat is de overeenkomst tussen Francisco van Jole, Frans Timmermans, Sabine Uitslag, Bob Fosko en Hans Laroes? Een lastige vraag? Actieve Facebookers weten misschien het antwoord. Het zijn mensen die je niet hoeft te kennen om hun vriend op Facebook te worden. Tot voor kort gold dat ook voor Emile Roemer
en Marianne Thieme, maar zij zijn recentelijk tot pagina getransformeerd omdat ze meer dan 5000 vrienden hebben en dat kan volgens Facebook toch echt niet (waarbij het opmerkelijk is dat je als vriend bij de transformatie naar pagina automatisch ook fan wordt van die pagina).
Als mensen pagina's worden, ontstaan er leuke verschillen. Op het prikbord van Emile Roemer zien we alleen berichten van Roemer zelf, terwijl bij Marianne Thieme vooral anderen het prikbord op de pagina vullen. Dat heeft niets met de "likers" te maken, maar puur met de pagina-instellingen. Bij Roemer kan ik niets op het prikbord plaatsen en bij Thieme wel. Dat zijn keuzes van de personen in kwestie en misschien zegt het iets over de persoon; ik heb er in elk geval geen oordeel over, ik constateer alleen maar (overigens lijkt het alsof ik de enige ben die door Roemer gevolgd wordt op Google+ wat ook wel weer wat zegt... niet over mij overigens). Wat dat "pagina worden" betreft ben ik benieuwd wat er bijvoorbeeld met Timmermans gebeurt, die erg dicht tegen de 5000 zit en dus ook binnenkort als pagina door het leven zal gaan.
Op zich is het een goede zaak als bekende Nederlanders (en zeker politici) via bijvoorbeeld Facebook contact houden met hun achterban. En iedereen doet dat op zijn eigen manier, wat ook prima is. Dat ze dat soms vanuit een persoonlijk profiel doen en niet vanuit een fanpagina lijkt op het eerste gezicht wat onhandig Facebookgebruik, Maar zolang ze als persoon ook echt aanwezig zijn, hoeft dat geen bezwaar te zijn (los van die door Facebook gestelde grens van 5000 dan, maar daar kunnen de BN-ers weinig aan doen).
Maar of het nu een persoonlijk profiel of een pagina is, interactie is wel een vereiste voor verantwoord Facebookgebruik. Het domweg grossieren in contacten (of het nu vrienden zijn of fans) past mijns inziens niet bij het aanwezig zijn in een sociaal netwerk. Wat dat betreft vind ik Francisco van Jole een positief voorbeeld. Maar goed, hij is dan ook een internetgoeroe van het eerste uur dus van hem mag je ook wat verwachten. Ook Frans Timmermans scoort niet beroerd. Maar wie het minder goed (understatement) begrijpt is volgens mij Sabine Uitslag, die bij het toevoegen wel meteen vroeg om op haar partner te stemmen in een of andere wedstrijd, maar opvallend afwezig is bij alle negatieve reacties en spamberichten die op haar prikbord geplaatst zijn (advies: profiel opheffen!).
Naast de bekende Nederlanders zijn er ook minder bekende Nederlanders die zich als "publiek persoon" op Facebook neerzetten. Ook hiervan volg ik er een paar (en allemaal hebben zij ook een persoonlijk profiel, geen fanpagina). Mijn grote regionale muziekheld Gé Reinders bijvoorbeeld is een soort Sabine Uitslag, al staan er op zijn prikbord (terecht) niet van die negatieve berichten. Oud dorpsgenoot Herman Smeets doet het wat dat betreft al stukken beter. Maar, hoe minder vrienden hoe beter de interactie, lijkt hier het devies. Zo maakt bijvoorbeeld Multi Art Creation echt werk van haar Facebookprofiel.
De grote vraag is of "bekende Nederlanders" ooit beoordeeld zullen worden op hun interactie in de social media, zoals Facebook. Ik denk het wel. Niet dat ik denk dat ze daarin allemaal actief moeten zijn. Maar als ze aanwezig zijn, moeten ze ook aanwezig zijn binnen de context van het medium. En op Facebook betekent dat bijvoorbeeld dat er sprake moet zijn van reageren en interactie met je likers of (als de fanpagina er nog niet is) vrienden. Gebeurt dat te weinig dan ondergaan ze het lot van Wesley Sneijder, die mijn jongste zoon van 7 op Hyves wilde ontvrienden "omdat ie toch niet met me chatten wil".
www.cluitmans.nl
en Marianne Thieme, maar zij zijn recentelijk tot pagina getransformeerd omdat ze meer dan 5000 vrienden hebben en dat kan volgens Facebook toch echt niet (waarbij het opmerkelijk is dat je als vriend bij de transformatie naar pagina automatisch ook fan wordt van die pagina).
Als mensen pagina's worden, ontstaan er leuke verschillen. Op het prikbord van Emile Roemer zien we alleen berichten van Roemer zelf, terwijl bij Marianne Thieme vooral anderen het prikbord op de pagina vullen. Dat heeft niets met de "likers" te maken, maar puur met de pagina-instellingen. Bij Roemer kan ik niets op het prikbord plaatsen en bij Thieme wel. Dat zijn keuzes van de personen in kwestie en misschien zegt het iets over de persoon; ik heb er in elk geval geen oordeel over, ik constateer alleen maar (overigens lijkt het alsof ik de enige ben die door Roemer gevolgd wordt op Google+ wat ook wel weer wat zegt... niet over mij overigens). Wat dat "pagina worden" betreft ben ik benieuwd wat er bijvoorbeeld met Timmermans gebeurt, die erg dicht tegen de 5000 zit en dus ook binnenkort als pagina door het leven zal gaan.
Op zich is het een goede zaak als bekende Nederlanders (en zeker politici) via bijvoorbeeld Facebook contact houden met hun achterban. En iedereen doet dat op zijn eigen manier, wat ook prima is. Dat ze dat soms vanuit een persoonlijk profiel doen en niet vanuit een fanpagina lijkt op het eerste gezicht wat onhandig Facebookgebruik, Maar zolang ze als persoon ook echt aanwezig zijn, hoeft dat geen bezwaar te zijn (los van die door Facebook gestelde grens van 5000 dan, maar daar kunnen de BN-ers weinig aan doen).
Maar of het nu een persoonlijk profiel of een pagina is, interactie is wel een vereiste voor verantwoord Facebookgebruik. Het domweg grossieren in contacten (of het nu vrienden zijn of fans) past mijns inziens niet bij het aanwezig zijn in een sociaal netwerk. Wat dat betreft vind ik Francisco van Jole een positief voorbeeld. Maar goed, hij is dan ook een internetgoeroe van het eerste uur dus van hem mag je ook wat verwachten. Ook Frans Timmermans scoort niet beroerd. Maar wie het minder goed (understatement) begrijpt is volgens mij Sabine Uitslag, die bij het toevoegen wel meteen vroeg om op haar partner te stemmen in een of andere wedstrijd, maar opvallend afwezig is bij alle negatieve reacties en spamberichten die op haar prikbord geplaatst zijn (advies: profiel opheffen!).
Naast de bekende Nederlanders zijn er ook minder bekende Nederlanders die zich als "publiek persoon" op Facebook neerzetten. Ook hiervan volg ik er een paar (en allemaal hebben zij ook een persoonlijk profiel, geen fanpagina). Mijn grote regionale muziekheld Gé Reinders bijvoorbeeld is een soort Sabine Uitslag, al staan er op zijn prikbord (terecht) niet van die negatieve berichten. Oud dorpsgenoot Herman Smeets doet het wat dat betreft al stukken beter. Maar, hoe minder vrienden hoe beter de interactie, lijkt hier het devies. Zo maakt bijvoorbeeld Multi Art Creation echt werk van haar Facebookprofiel.
De grote vraag is of "bekende Nederlanders" ooit beoordeeld zullen worden op hun interactie in de social media, zoals Facebook. Ik denk het wel. Niet dat ik denk dat ze daarin allemaal actief moeten zijn. Maar als ze aanwezig zijn, moeten ze ook aanwezig zijn binnen de context van het medium. En op Facebook betekent dat bijvoorbeeld dat er sprake moet zijn van reageren en interactie met je likers of (als de fanpagina er nog niet is) vrienden. Gebeurt dat te weinig dan ondergaan ze het lot van Wesley Sneijder, die mijn jongste zoon van 7 op Hyves wilde ontvrienden "omdat ie toch niet met me chatten wil".
www.cluitmans.nl
De identiteit van voetbalsocialmedia (of het onbenul van...?)
Ajax scoort met social media konden we vandaag lezen op Dutch Cowboys. De blog is gebaseerd op een onderzoek van Lewis PR en schijnbaar mooi samengevat in bovenstaande afbeelding. Bij de resultaten van het onderzoek dan wel bij het social mediagebruik van de clubs is echter wel een vraagteken te plaatsen. Ik richt me hier even uitsluitend op het gebruik van Facebook.
Zoals een beetje Facebookkenner weet, heb jij 25 likes nodig om je "facebookdomeinnaam" te mogen registeren. Echt ingewikkeld is dat niet. Met een beetje beleefd vragen hadden we het voor http://www.facebook.com/TeachMeSo in een uurtje voor elkaar. Wie echter op www.facebook.com/ajax wil landen, komt bedrogen uit. De pagina bestaat niet. Volgens het onderzoek is de officiele facebookpagina http://www.facebook.com/Ajax1900. Ik heb geen reden om daar aan te twijfelen. Deze pagina heeft echter op dit moment ruim 9000 fans. Maar wie verder zoekt op Facebook ziet dat bijvoorbeeld https://www.facebook.com/ajax020 (overigens bij het zoeken op Facebook als "plaats" en niet als "pagina" geclassifieerd) met 118.000 fans. Is nu Ajax dom en socren ze helemaal niet op Facebook (indien de pagina met 13 keer zo veel likes als de originele niet "van hun" is, of klopt het onderzoek niet?
De officiele Feyenoord-facebookpagina is volgens het onderzoek http://www.facebook.com/pages/Feyenoord- Rotterdam/173904516815, een pagina met zo'n 25000 likes. http://www.facebook.com/Feyenoord bestaat ook, maar die heeft er minder dan 1000. Maar we treffen bijvoorbeeld ook http://www.facebook.com/pages/Feyenoord/9971312254 aan, met iets meer likes dan de officiele pagina.
Voor PSV moeten we volgens het onderzoek op http://www.facebook.com/OfficialPSV zijn. PSV kan daar op dit moment op ene kleine 6000 likes rekenen. Echter, http://www.facebook.com/pages/Psv/175269559162588 heeft er ruim vijf maal zo veel.
Dan nog maar even mijn eigen clubje. Facebook.com/Vitesse bestaat in elk geval niet, en als ik in de zoekbalk zoek komt eerst die idiote vogel Vito op die mijn vriend wil worden. Ik vind ook een Vitesseprofiel als persoon met ruim 3500 vrienden (bij de 5000 houdt het op, maar goed, Emile Roemer kwam daar laatst ook achter). Moet ik dan bij http://www.facebook.com/ClubVitesse zijn voor de officiele pagina? Nee, deze pagina met een paar duizend fans is het ook niet. De officlele facebookpagina van Vitesse is volgens het onderzoek http://www.facebook.com/VitesseArnhem met nog geen duizend likes. En wat me opvalt: ik heb een aantal redelijk die-hard-Vitessenaren die bovendien erg actief in de social media in mijn Facebookvrienden en daarvan vindt er maar 1 deze pagina leuk. Niet raar, want bij mij duikt die in de zoekacties niet eens op!
Conclusie? Ik ga er vooralsnog vanuit dat de officiele Facebookpagina's door de onderszoekers bij de clubs zijn opgevraagd en dus kloppen. Als dat juist is, dan weten alle clubs slechts een klein deel van de fans aan zich te binden, aangezien de meerderheid niet-officiele pagina's liked (en de vraag is of ze dat doorhebben). De kop op DutchCowboys dat Ajax scoort, zegt meer over de voetballiefde van de auteur dan over de feiten. Want de feiten zijn dat, in elk geval op Facebook, geen enkele club scoort maar alleen maar tegendoelpunten krijgt.
www.cluitmans.nl
Zoals een beetje Facebookkenner weet, heb jij 25 likes nodig om je "facebookdomeinnaam" te mogen registeren. Echt ingewikkeld is dat niet. Met een beetje beleefd vragen hadden we het voor http://www.facebook.com/TeachMeSo in een uurtje voor elkaar. Wie echter op www.facebook.com/ajax wil landen, komt bedrogen uit. De pagina bestaat niet. Volgens het onderzoek is de officiele facebookpagina http://www.facebook.com/Ajax1900. Ik heb geen reden om daar aan te twijfelen. Deze pagina heeft echter op dit moment ruim 9000 fans. Maar wie verder zoekt op Facebook ziet dat bijvoorbeeld https://www.facebook.com/ajax020 (overigens bij het zoeken op Facebook als "plaats" en niet als "pagina" geclassifieerd) met 118.000 fans. Is nu Ajax dom en socren ze helemaal niet op Facebook (indien de pagina met 13 keer zo veel likes als de originele niet "van hun" is, of klopt het onderzoek niet?
De officiele Feyenoord-facebookpagina is volgens het onderzoek http://www.facebook.com/pages/Feyenoord- Rotterdam/173904516815, een pagina met zo'n 25000 likes. http://www.facebook.com/Feyenoord bestaat ook, maar die heeft er minder dan 1000. Maar we treffen bijvoorbeeld ook http://www.facebook.com/pages/Feyenoord/9971312254 aan, met iets meer likes dan de officiele pagina.
Voor PSV moeten we volgens het onderzoek op http://www.facebook.com/OfficialPSV zijn. PSV kan daar op dit moment op ene kleine 6000 likes rekenen. Echter, http://www.facebook.com/pages/Psv/175269559162588 heeft er ruim vijf maal zo veel.
Dan nog maar even mijn eigen clubje. Facebook.com/Vitesse bestaat in elk geval niet, en als ik in de zoekbalk zoek komt eerst die idiote vogel Vito op die mijn vriend wil worden. Ik vind ook een Vitesseprofiel als persoon met ruim 3500 vrienden (bij de 5000 houdt het op, maar goed, Emile Roemer kwam daar laatst ook achter). Moet ik dan bij http://www.facebook.com/ClubVitesse zijn voor de officiele pagina? Nee, deze pagina met een paar duizend fans is het ook niet. De officlele facebookpagina van Vitesse is volgens het onderzoek http://www.facebook.com/VitesseArnhem met nog geen duizend likes. En wat me opvalt: ik heb een aantal redelijk die-hard-Vitessenaren die bovendien erg actief in de social media in mijn Facebookvrienden en daarvan vindt er maar 1 deze pagina leuk. Niet raar, want bij mij duikt die in de zoekacties niet eens op!
Conclusie? Ik ga er vooralsnog vanuit dat de officiele Facebookpagina's door de onderszoekers bij de clubs zijn opgevraagd en dus kloppen. Als dat juist is, dan weten alle clubs slechts een klein deel van de fans aan zich te binden, aangezien de meerderheid niet-officiele pagina's liked (en de vraag is of ze dat doorhebben). De kop op DutchCowboys dat Ajax scoort, zegt meer over de voetballiefde van de auteur dan over de feiten. Want de feiten zijn dat, in elk geval op Facebook, geen enkele club scoort maar alleen maar tegendoelpunten krijgt.
www.cluitmans.nl
dinsdag 2 augustus 2011
De identiteit van @DeStudentcoach (recensie)
Of het het eerste boek is waarvan de titel met een @ begint weet ik niet, passend is het in elk geval en twittertechnisch handig bovendien. Als ik de auteurs wil laten weten dat ik het boek gelezen heb, heb ik aan één keer vermelden van de titel immers genoeg om zowel het onderwerp als de geadresseerden te vermelden en dat scheelt toch mooi een paar tekens in de tweet.
@DeStudentcoach is een handleiding voor studenten met twee gezichten. Aan de ene kant beschrijft het fases in het studieproces (van het zoeken van een studie tot het vinden van een baan), aan de andere kant beschrijft het boek de wijze waarop je social media hierbij als (aankomend) student kunt gebruiken. De indeling is hierbij niet gebaseerd op de social media, maar op de verschillende fasen in het studieproces, waarmee de auteurs een aardige kapstop hebben gevonden om social media eens op een hele andere manier te presenteren dan gebruikelijk. In het boek gaan de auteurs ook op beide aspecten in, waarmee het boek meer is dan enkel een handleiding in social mediagebruik.
Hoewel volgens de achterflap het boek "praktisch en heel compleet" is, bespreken de auteurs slechts een beperkt aantal social media: Hyves, Twitter, Facebook, Linkedin, Wordpress en Prezi. Die keuze wordt aan het begin van het boek al gemotiveerd. Het maken van een keuze is te rechtvaardigen, al is de motivatie (de "netwerken die op dit moment het meest worden gebruikt") misschien wat kort door de bocht en ook niet volledig juist (waarom ontbreekt bijvoorbeeld Youtube als je voor de meest gebruikte kiest). Een meer vanuit de inhoud van het boek beredeneerde selectie zou logischer zijn geweest, en dan had mijns inziens bijvoorbeeld een sociale bookmarksite niet mogen ontbreken in een voor studenten geschreven boek. Maar goed, wie kiest uit de landkaart van de social media zal altijd het commentaar krijgen dat de gemaakte selectie niet de beste is.
Praktisch is het boek zeker. Zelfs iemand die voor het eerst kennis maakt met de wereld van de social media kan ermee uit de voeten, omdat stap voor stap beschreven wordt hoe je bijvoorbeeld een profiel aanmaakt of privacy-instellingen wijzigt. Tegelijkertijd bevat het boek op dit vlak voldoende diepgang, zodat ook de student die al binnen social media actief is (en laten we eerlijk zijn, welke student is dit nu niet) er nieuwe elementen zal uithalen. Alleen de echt doorgewinterde gebruiker zal op dit gebied niets nieuws ontdekken, maar deze wordt door het boek in elk geval aan het denken gezet over de wijze waarop social media ingezet kunnen worden ten behoeve van de studie. Wel wordt er misschien soms wat te optimistisch gedaan over de effecten van het inzetten van social media. En over de soms wat (te) waarschuwende toon, schreef ik al eerder.
En zoals ik ook al eerder schreef: wat mij betreft kan het boek verplicht op de boekenlijst. Dat zal waarschijnlijk niet snel gebeuren, vanuit de (foutieve) gedachte bij opleidingen dat studenten dit allemaal wel weten. Net zoals opleidingen vaak denken dat studenten Office (bijvoorbeeld Word en Excel) wel beheersen. Niets is minder waar. Ik wil voor mijn eigen opleiding in elk geval eens gaan nadenken over een leuke lessenreeks "social media", waarbij dit boek zeker op de lijst kan.
www.cluitmans.nl
@DeStudentcoach is een handleiding voor studenten met twee gezichten. Aan de ene kant beschrijft het fases in het studieproces (van het zoeken van een studie tot het vinden van een baan), aan de andere kant beschrijft het boek de wijze waarop je social media hierbij als (aankomend) student kunt gebruiken. De indeling is hierbij niet gebaseerd op de social media, maar op de verschillende fasen in het studieproces, waarmee de auteurs een aardige kapstop hebben gevonden om social media eens op een hele andere manier te presenteren dan gebruikelijk. In het boek gaan de auteurs ook op beide aspecten in, waarmee het boek meer is dan enkel een handleiding in social mediagebruik.
Hoewel volgens de achterflap het boek "praktisch en heel compleet" is, bespreken de auteurs slechts een beperkt aantal social media: Hyves, Twitter, Facebook, Linkedin, Wordpress en Prezi. Die keuze wordt aan het begin van het boek al gemotiveerd. Het maken van een keuze is te rechtvaardigen, al is de motivatie (de "netwerken die op dit moment het meest worden gebruikt") misschien wat kort door de bocht en ook niet volledig juist (waarom ontbreekt bijvoorbeeld Youtube als je voor de meest gebruikte kiest). Een meer vanuit de inhoud van het boek beredeneerde selectie zou logischer zijn geweest, en dan had mijns inziens bijvoorbeeld een sociale bookmarksite niet mogen ontbreken in een voor studenten geschreven boek. Maar goed, wie kiest uit de landkaart van de social media zal altijd het commentaar krijgen dat de gemaakte selectie niet de beste is.
Praktisch is het boek zeker. Zelfs iemand die voor het eerst kennis maakt met de wereld van de social media kan ermee uit de voeten, omdat stap voor stap beschreven wordt hoe je bijvoorbeeld een profiel aanmaakt of privacy-instellingen wijzigt. Tegelijkertijd bevat het boek op dit vlak voldoende diepgang, zodat ook de student die al binnen social media actief is (en laten we eerlijk zijn, welke student is dit nu niet) er nieuwe elementen zal uithalen. Alleen de echt doorgewinterde gebruiker zal op dit gebied niets nieuws ontdekken, maar deze wordt door het boek in elk geval aan het denken gezet over de wijze waarop social media ingezet kunnen worden ten behoeve van de studie. Wel wordt er misschien soms wat te optimistisch gedaan over de effecten van het inzetten van social media. En over de soms wat (te) waarschuwende toon, schreef ik al eerder.
En zoals ik ook al eerder schreef: wat mij betreft kan het boek verplicht op de boekenlijst. Dat zal waarschijnlijk niet snel gebeuren, vanuit de (foutieve) gedachte bij opleidingen dat studenten dit allemaal wel weten. Net zoals opleidingen vaak denken dat studenten Office (bijvoorbeeld Word en Excel) wel beheersen. Niets is minder waar. Ik wil voor mijn eigen opleiding in elk geval eens gaan nadenken over een leuke lessenreeks "social media", waarbij dit boek zeker op de lijst kan.
www.cluitmans.nl
maandag 1 augustus 2011
De identiteit van het socialmedialandschap: dubbelster of zwart gat?
Zijn Facebook en Google een dubbelster waar andere sociale media als planeten een relatief stabiele baan omheen draaien, of zijn het twee zwarte gaten die uiteindelijk alles opslokken?
Plaatjes kunnen soms meer zeggen dan woorden. Veranderingen in plaatjes zeggen soms meer dan vele zinnen. Dat geldt in elk geval ook voor de plaatjes die door FredCavazza zijn opgesteld van het landschap der sociale media.
In 2008 zag dat landschap er als volgt uit:
"Social media" is als de verder ongedefineerde zon in het zonnenstelsel, waaromheen begrippen zwerven als "social networks", "microblog", "virtual worlds", "publish" en "social gamers". En bij al deze "typen" staan voorbeelden (want het overzicht is hoe indrukwekkend ook zeker niet uitputtend").
Een jaar later, in 2009, ziet het overzicht er, ondanks de groei van het aantal social media, al een stuk overzichtelijker uit:
Het duurde een kleine twee jaar (januari 2011) voor er weer een update van het landschap kwam:
De kaart geeft treffend aan dat de strijd tussen Google en Facebook zich afspeelt op de zeven domeinen die hier onderscheiden worden: Publiceren, delen, discussiëren, commercieel, locatiebased, netwerken en spellen. De verschuiving van Facebook van één van de sociale netwerken in 2008 naar het hart in 2011 is is al even interessant als het feit dat de kaart uit januari 2011 is, dus van voor de lancering van Google+.
Hoewel het artikel, inmiddels meer dan een half jaar oud, niet alleen door de komt van Google+ gedateerd is, is die verschuiving in de cartografie het meest interessante. Daar waar in 2008 nog een begrip "social media" in het hart van de kaart stond, staan nu Google en Facebook daar als entiteiten.
Zowel de kaart uit 2008 als die uit 2011 roepen associaties op met de kosmologie. Ik richt me hier even op de kaart van 2011, met Google(+) en Facebook in het centrum. Zijn het dubbelsterren die in een relatief rustige baan om elkaar heendraaien en die de begeleidende planeten de ruimte geven voor relatief stabiele banen? Of vormen ze samen het centrum van een sterrenstelsel en zijn ze in feite een dubbel zwart gat die alles wat te dicht in hun buurt komt opslokken?
Zelf geloof ik het meeste in het laatste. De sociale media die te dicht in de buurt zitten van de twee zwarte gaten zullen uiteindelijk die zwarte gaten worden ingezogen en niet meer waarneembaar zijn, zoals een ster die binnen de waarnemingshorizon van een zwart gat komt. Alleen die media die op gepaste afstand van de zwarte gaten weten te blijven, zullen een kans hebben om zelfstandig te overleven.
Gelukkig leert de kosmologie ons dat zwarte gaten niet alles opslokken. Zo heeft Saggitarius A* (het vermoedelijke zwarte gat in het centrum van ons melkwegstelsel), onze eigen zon en haar planeten gelukkig met rust gelaten. Hopelijk zal dat met de social media ook gebeuren. Want ver van het centrum af, zijn er pareltjes met unieke eigenschappen die, hoe klein ook, een eigen bestaan verdienen. Net zoals onze eigen aarde.
www.cluitmans.nl
Plaatjes kunnen soms meer zeggen dan woorden. Veranderingen in plaatjes zeggen soms meer dan vele zinnen. Dat geldt in elk geval ook voor de plaatjes die door FredCavazza zijn opgesteld van het landschap der sociale media.
In 2008 zag dat landschap er als volgt uit:
"Social media" is als de verder ongedefineerde zon in het zonnenstelsel, waaromheen begrippen zwerven als "social networks", "microblog", "virtual worlds", "publish" en "social gamers". En bij al deze "typen" staan voorbeelden (want het overzicht is hoe indrukwekkend ook zeker niet uitputtend").
Een jaar later, in 2009, ziet het overzicht er, ondanks de groei van het aantal social media, al een stuk overzichtelijker uit:
Het duurde een kleine twee jaar (januari 2011) voor er weer een update van het landschap kwam:
De kaart geeft treffend aan dat de strijd tussen Google en Facebook zich afspeelt op de zeven domeinen die hier onderscheiden worden: Publiceren, delen, discussiëren, commercieel, locatiebased, netwerken en spellen. De verschuiving van Facebook van één van de sociale netwerken in 2008 naar het hart in 2011 is is al even interessant als het feit dat de kaart uit januari 2011 is, dus van voor de lancering van Google+.
Hoewel het artikel, inmiddels meer dan een half jaar oud, niet alleen door de komt van Google+ gedateerd is, is die verschuiving in de cartografie het meest interessante. Daar waar in 2008 nog een begrip "social media" in het hart van de kaart stond, staan nu Google en Facebook daar als entiteiten.
Zowel de kaart uit 2008 als die uit 2011 roepen associaties op met de kosmologie. Ik richt me hier even op de kaart van 2011, met Google(+) en Facebook in het centrum. Zijn het dubbelsterren die in een relatief rustige baan om elkaar heendraaien en die de begeleidende planeten de ruimte geven voor relatief stabiele banen? Of vormen ze samen het centrum van een sterrenstelsel en zijn ze in feite een dubbel zwart gat die alles wat te dicht in hun buurt komt opslokken?
Zelf geloof ik het meeste in het laatste. De sociale media die te dicht in de buurt zitten van de twee zwarte gaten zullen uiteindelijk die zwarte gaten worden ingezogen en niet meer waarneembaar zijn, zoals een ster die binnen de waarnemingshorizon van een zwart gat komt. Alleen die media die op gepaste afstand van de zwarte gaten weten te blijven, zullen een kans hebben om zelfstandig te overleven.
Gelukkig leert de kosmologie ons dat zwarte gaten niet alles opslokken. Zo heeft Saggitarius A* (het vermoedelijke zwarte gat in het centrum van ons melkwegstelsel), onze eigen zon en haar planeten gelukkig met rust gelaten. Hopelijk zal dat met de social media ook gebeuren. Want ver van het centrum af, zijn er pareltjes met unieke eigenschappen die, hoe klein ook, een eigen bestaan verdienen. Net zoals onze eigen aarde.
www.cluitmans.nl
Abonneren op:
Posts (Atom)