Steeds vaker zetten opleidingen en
docenten sociale media in. Hierbij is het belangrijk om goed na te
gaan welke sociale media geschikt zijn voor het onderwijsdoel dat
wordt nagestreefd. Om hulp te bieden bij deze keuzes hebben we een
sociaal-medialandschap voor het onderwijs ontwikkeld. Dat landschap
kan gebruikt worden om de juiste sociale media te kiezen, gegeven het
onderwijsdoel.
Sociaal medialandschap
Het classificeren van sociale media in
een 'landschap' is een middel om een overzicht te scheppen in het
woud van de honderden, zo niet duizenden, sociale media die ons ter
beschikking staan. Een bekende indeling is die van van Fred
Cavazza.
In de 2012-versie worden de platforms ingedeeld in een 6-tal categorieën: publishing, sharing, playing, networking, buying en localization. In het midden van het landschap staan Facebook, Google+ en Twitter, omdat deze (bijna) alle doelen dienen.
Zoals elke indeling, kan ook op deze
indeling gemakkelijk kritiek worden uitgeoefend. Want verdient
Twitter, met zijn beperkte mogelijkheden wel de plek in het midden?
En hoort Path niet eerder bij sharing dan localization?
Ondanks deze mogelijke kritiek, biedt
een dergelijk landschap toch bovenal een helder overzicht waarin de
belangrijkste (of in elk geval: een aantal van de belangrijkste)
sociale media geclassificeerd zijn.
Om tot een dergelijk landschap te
komen, zullen enkele vragen beantwoord moeten worden:
- Wat verstaan we eigenlijk onder sociale media?
- Welke sociale media zijn dan te onderscheiden en welke willen we meenemen in het landschap?
- Op welke manier kunnen we sociale media classificeren, zodanig dat het landschap voor het onderwijs gebruikerswaarde heeft?
- Hoe ziet het landschap er dan uit?
- Hoe kunnen we het landschap gebruiken?
Wat zijn sociale media?
Wat verstaan we nu eigenlijk onder
sociale media. Degene die een definitie zoekt, zal al snel geneigd
zijn om op Wikipedia
te kijken: Sociale media (de Engelse term social
media is ook in het Nederlands gangbaar) is een
verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of
met minimale tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud
verzorgen. Hoofdkenmerken zijn interactie en dialoog tussen de
gebruikers onderling. 1
Dat is de definitie in de Nederlandse Wikipedia. In het Engels
staat er: Social media includes web-based and mobile
based technologies which are used to turn communication into
interactive dialogue among organizations, communities, and
individuals.2
Dat er verschillen zijn tussen de Engels en Nederlandse
definitie, die overigens beide aan verandering onderhevig zijn,
illustreert meteen een belangrijk aspect van sociale media: het zijn
de gebruikers die informatie toevoegen, en die informatie wordt niet,
of slechts zeer beperkt, door een redactie gecontroleerd. En bij die
eventuele redactionele controle moet, als die al plaatsvindt, primair
gedacht worden aan het verwijderen van bijdrage die als
aanstootgevend beschouwd (kunnen) worden.
Googlen levert natuurlijk ook
definities op, maar daarbij maken we natuurlijk wel het uitstapje
naar scholar.google, zodat de treffers die we krijgen wat meer
wetenschappelijke relevantie hebben. Uiteraard stuiten we dan op
Kaplan
en Haenlein die social media definiëren als a group of
Internet-based applications that build on the ideological and
technological foundations of web2.0, and that allow the creation and
exchange of user generated content.3
Een definitie die uit het Nederlandse
taalgebied opduikt is die van Mark
Schoondorp. In 'Sociale media en de kansen voor het onderwijs'
definieert hij sociale media als: sociale media faciliteren
georganiseerde vormen van gezamenlijk acteren.4
Doordat Schoondorp iedere verwijzing naar de techniek weg laat,
begint zijn verhaal niet met de komst van internet, maar bij de
middeleeuwse humanist Justus Lipsius.
Hoewel definitiekwesties interessant
kunnen zijn, raken ze niet de kern van ons verhaal, waarin
bruikbaarheid gekoppeld aan leerprocessen centraal staat. Daarom
nemen we het begrip ruim, waarbij we eerder iets wel dan niet tot
sociale media rekenen. In Boektweepuntnul5
bijvoorbeeld worden naast sociale media ook (andere) webtools
beschreven die bruikbaar kunnen zijn in het onderwijs. Dergelijke
webtools nemen we mee in ons overzicht. We zijn ons er dan van bewust
dat sommige van deze tools niet tot de social media behoren.
Welke sociale media zijn er?
Het is ondoenlijk om een
totaaloverzicht op te stellen van alle sociale media. Het zijn er
simpelweg te veel. Findthebest
heeft dit moment 125 sociale netwerksites genoteerd, nadat een
eerdere lijst van bijna 200 is opgeschoond. .6
Howmanyarethere
houdt het op meer dan 200.7
Wiki-answers
is beduidend minder terughoudend, en houdt het op duizenden.
Sociale netwerksites vormen overigens
slechts een beperkt deel van de begroeiing van het sociale
medialandschap bevolken. In het model van Fred Cavazza is het slechts
één van de zes taartpunten.
De volgende “typen” worden door
Fred Cavazza onderscheiden:
- Publishing, with blog engines
(WordPress, Blogger, Typepad, LiveJournal…),
wiki platforms (Wikipedia, Wikia…),
lifeblog services (Tumblr, Posterous…)
and social Q&A (Quora)
;
- Networking, whether it is professional (LinkedIn, Viadeo…), personal (Netlog, Tagged, MySpace, Badoo…) or for former acquintences (MyYearBook, Classmates…) ;
- Buying, with customer intelligence platforms (Bazaarvoice, PowerReviews), purchase sharing (Polyvore, Blippy,…), recommendation (Hunch) or social commerce offerings like Boosket ;
- Localization, with mobile
applications (Foursquare, Path, Scvngr…),
socialized city guides (Yelp, DisMoisOu…)
or upcoming events or venues (Plancast).8
Classificatie van sociale media
Om wegwijs te worden in het bos van de sociale media en om handvatten te hebben bij het selecteren van de juiste tool bij een bepaald doel, is een indeling of classificatie handig. Handig, maar niet op voorhand eenvoudig. Cavaza deelt Path bijvoorbeeld in onder het kopje localization. Dat had echter met even veel recht (personal) networking kunnen zijn. Dat de indeling de afgelopen regelmatig veranderd is, geeft al blijk van de worsteling van Cavaza .
Kaplan en Haenlein ontwikkelden een
model gebaseerd op verschillende, oudere theorieën over media en
sociale processen.
Aan de ene kant onderscheiden ze
“social presense” (die iets zegt over het contact tussen twee
communicatiepartners) en “media richniss”(de hoeveelheid
informatie die wordt doorgegeven binnen een bepaalde tijd). Virtuele
werelden en spellen scoren het hoogst op deze dimensie, blogs en
collaboratieve projecten het laagst. Sociale netwerken en 'content
communities' zitten er tussen in. Aan de andere kant onderscheiden ze
“self presentation” (het controle houden over de indruk die
anderen van je krijgen) en “self disclosure” (het bewust of
onbewust persoonlijke informatie bloot geven). Hier scoren blogs,
sociale netwerken en virtuele werelden het hoog en collaboratieve
projecten, content communities en virtuele spellen laag.9
Social presence / Media richness
|
||||
Low | Medium | High | ||
Self presentation/ Self disclosure | High | Blogs | Social networking sites (Facebook) | Virtual social worlds (Second life) |
Low | Collaborative projects (Wikipedia) | Content communities (Youtube) | Virtual game worlds (World of warcraft) |
Het grote voordeel van de indeling van
Kaplan en Haenlein tegenover andere indelingen is dat ze niet de
technische gebruiksmogelijkheden als basis voor de indeling nemen.
Dat laatste leidt immers telkens weer tot aanpassingen, zoals we
kunnen zien bij de indeling van Fred Cavazza. Voor ons doel, het
gebruik van sociale media in het onderwijs, biedt de indeling echter
weinig houvast.
Classificatie voor het onderwijs
Classificaties zoals die van Kaplan en Haenlein en van Fred Cavazza richten zich primair op bedrijven en hebben een marketingachtergrond. Voor onderwijsorganisaties kunnen die indelingen handig zijn als ze een sociale mediastrategie willen ontwikkelen gericht op het werven van nieuwe leerlingen en studenten en het – op organisatieniveau – contact onderhouden met leerlingen en studenten. Voor het vinden van een aansluiting bij het didactisch handelen, bieden de indelingen echter weinig houvast.
Wij kiezen hier voor een indeling,
waarbij we de mogelijkheden die sociale media bieden, koppelen aan
fasen die in het leerproces te onderscheiden zijn. We kiezen hierbij
bewust niet voor een bestaand onderwijskundig model, zoals
bijvoorbeeld de theorie van Kolb of voor een bestaande classificatie
van sociale media. Het model is dan ook niet onderbouwd vanuit de
theorie, maar vanuit onze ervaringen met onderwijs en sociale media.
Het model is zodanig dat het toepasbaar is op allerlei verschillende
onderwijsleersituaties, van klassikale lessen tot projectgroepen en
van individuele schoolopdrachten tot stages en afstuderen.
In dit model onderscheiden we vier
kernactiviteiten, waarbij sociale media een belangrijke rol kunnen
spelen:
- Vinden
- Verbinden
- Samenwerken
- Presenteren
We zullen deze eerst kort toelichten,
en vervolgens aangeven welke sociale media naar onze mening geschikt
zijn voor de betreffende leeractiviteit.
Vinden
Bij vinden gaat het om het vinden van zowel informatie (direct) als mensen of organisaties die informatie waar een lerende naar op zoek is, kan leveren.Informatie vinden kan via bekende sociale media, zoals Twitter. Stel een vraag met #dtv en grote kans dat je antwoord krijgt.
Maar er zijn ook sites die zich specifiek op (kwalitatief rijke) vragen richten. Een voorbeeld hiervan is Quora. Om de kwaliteit te bewaken, beperkt Quora zelfs het aantal vragen dat iemand kan stellen. Door goede vragen te stellen waar antwoorden op komen, kun je punten verdienen. Deze punten kun je weer inzetten voor nieuwe vragen. Quora reguleert creëert zo op een mooie manier schaarste.
Een specifieke groep “vindsites” zijn de sociale bookmarkingsites, zoals Diigo en Delicous. Dit zijn sites waar je webpagina's kunt bookmarken en zelf trefwoorden aan een site kunt geven. Dit kun je weer delen met anderen. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld studenten die samenwerken in een project hun eigen bronnenlijst samenstellen aan de hand van trefwoorden die specifiek op hun eigen project van toepassing zijn.
De sites die geschikt zijn om te presenteren, zijn veelal ook sites die een goede bron kunnen zijn voor het vinden van informatie. Slideshare en Youtube zijn hier voorbeelden van.
Naast het vinden van informatie, bieden sociale media ook de mogelijkheid om te zoeken naar bepaalde personen. Sociale netwerken als Facebook en Linkedin kunnen deze functie vervullen. Facebook kent bijvoorbeeld een zoekfunctie, waarbij op verschillende manieren gezocht kan worden. Echt goed werkt deze echter nog niet.
Een bijzonder netwerk dat in deze genoemd kan worden, is Google+. Daar waar mensen elkaar op Linkedin of Facebook vrijwel alleen toevoegen als ze elkaar kennen, nemen mensen op Google+ juist ook onbekenden met gelijke interesses op in hun kringen. Google+ is daarmee een netwerk dat het veel makkelijker maakt om nieuwe mensen te “ontmoeten”. Bovendien kent Google+ een zeer sterke integratie met andere producten van Google.
Verbinden
Bij verbinden gaat het om het tot stand brengen van een langdurige verbinding tussen lerenden onderling of tussen lerenden en anderen (docenten, stagebegeleiders, potentiële werkgevers).Bij het verbinden moet in eerste instantie aan sociale netwerksites gedacht worden. Een groep op Facebook of Linkedin (open dan wel besloten), kan een goede manier zijn om langdurige verbindingen tot stand te brengen. Een open groep is een groep die voor iedereen toegankelijk is. Een besloten groep is slechts toegankelijk voor mensen die door de beheerder van de groep toegelaten worden. Omdat berichten die in een groep worden geplaatst gewoon in je tijdlijn komen, hoef je niet steeds naar een specifieke plek toe om te lezen of er nog iets gemeld is, maar zie je de activiteit van je groepsgenoten tijdens het checken van je tijdlijn. Een ander voordeel van groepen is dat de mensen in een groep niet je vriend of contact hoeven te zijn, en je toch hun berichten kunt lezen.
Om de verbinding tot stand te brengen, is het echter niet noodzakelijk om groepen aan te maken. Ook het louter elkaar volgen in dergelijke netwerken of op bijvoorbeeld Google+ brengt een verbinding tot stand.
Overigens is het ook mogelijk om zelf
een sociaal netwerk te maken. Met bijvoorbeeld Ning is dit een
fluitje van een cent. Zo'n eigen netwerk kun je relatief eenvoudig
beperkt houden tot de deelnemers die je in het netwerk wilt hebben.
Het nadeel is wel dat dat netwerk elke keer afzonderlijk opgestart
moet worden.
Samenwerken
Bij samenwerken gaat het om samenwerking tussen leerlingen onderling, tussen leerlingen en docenten of anderen.Om te kunnen samenwerken moet er sprake zijn van verbinding, maar er is meer nodig. Het gebruikte platform moet voldoende mogelijkheden bieden om ook daadwerkelijk aan bijvoorbeeld een project te kunnen werken. Het louter plaatsen van tweetjes bijvoorbeeld is hier niet echt geschikt. Eisen die gesteld moeten worden zijn op zijn minst dat er bestanden gedeeld en bewerkt moeten kunnen worden en, in het algemeen, dat het werk moet kunnen worden afgeschermd voor de buitenwereld. Dat laatste hoeft niet altijd, bijvoorbeeld niet als er sprake is van een open vorm van co-creatie.
Indien er samengewerkt moet worden, is het van groot belang om vooraf duidelijk vast te stellen welke functionaliteiten het gebruikte platform moet hebben. Het is, zowel voor leerlingen als voor docenten, bijzonder frustrerend indien tijdens bijvoorbeeld een project blijkt dat lang niet alles mogelijk is wat ten dienste van het project gewenst is.
De docent dient tevens goed na te denken over de wijze waarop hij samenwerkingsvaardigheden, inzet van de studenten etc. wil beoordelen. Indien er bijvoorbeeld gekozen wordt voor een tool waarin alle activiteiten van studenten (zoals afspraken, notulen, tussenproducten, online-discussies etc) zichtbaar zijn, kan de docent zich een goed beeld vormen van de individuele bijdrage van de leden van bijvoorbeeld een projectgroep aan een project. Dit maakt dat de docent over veel meer informatie bezit om studenten te beoordelen (zowel formatief als summatief) als bij traditionele opdrachten, waarbij de docent slechts beperkt aanwezig is en het overgrote deel van de werkzaamheden zich aan zijn zicht onttrekt. Ook moeten er goede afspraken gemaakt worden over de wijze waarop met de tool wordt omgegaan: wat leggen studenten vast, welke activiteiten moeten digitaal ondernomen worden etc. Als er bijvoorbeeld nog veel via mail wordt afgehandeld, is het handig als de mails op een gestructureerde en geordende manier verzameld blijven. Google biedt, door de integratie van de verschillende diensten, hiervoor zeer goede mogelijkheden.
Op een wat eenvoudiger niveau ka n bijvoorbeeld Dropbox worden gebruikt om bestanden te delen.
Presenteren
Bij presenteren gaat het om het presenteren van resultaten.
Door
gebruik te maken van sociale media, krijgt het presenteren van de
resultaten van een leeropdracht nieuwe dimensies: de presentatie gaat
verder dan het klaslokaal, waardoor ouders, vrienden of medestudenten
mee kunnen kijken. De docent kan plaats- en tijdsonafhankelijk
beoordelen (formatief of summatief). Ook is het mogelijk voor
studenten om tijdens de uitvoering van de opdracht de mening van
anderen te vragen.
Voor
het presenteren zijn veel platformen beschikbaar: van een relatief
eenvoudige blog tot een video op Youtube of Vimeo. Ook
kunnen studenten een website maken, waarin ze verschillende
presentatievormen aan elkaar knopen. Googlesites biedt
hiervoor goede mogelijkheden, evenals een blogsite als Wordpress.
Sociale media en leeractiviteiten
De doelstelling van artikel is de verbinding weergeven tussen sociale media en onderwijs. Hierbij kan de discussie worden gevoerd over wat sociale media nu wel of niet zijn. Die discussie is in dit kader echter weinig relevant. De relevantie zit hem uiteindelijk in de bruikbaarheid voor het onderwijs. We zullen dan ook soms platformen ter sprake brengen die mogelijk buiten de definitie van sociale media vallen, of die het, in een enkele geval, zelfs zeker niet zijn. We noemen ze dan toch, omdat we van mening zijn dat ze dermate bruikbaar zijn voor het onderwijs, dat ze hier niet mogen ontbreken. De lijst is gebaseerd op www.BoekTweePuntNul.nl. Dit boek geeft een helder overzicht van 125 sociale media en webtools die in de dagelijkse onderwijspraktijk inzetbaar zijn.Vinden
-
Augmented Reality (IPhone-apps: http://goo.gl/KPB1X;
Layar: www.layar.com):
digitale info toevoegen aan de realiteit
- Bing Maps (www.bing.com/maps):
online atlas en routeplanner
- Delicious (www.delicious.com):
bladwijzers maken en ordenen
- Digg (http://digg.com):
artikelen vinden, plaatsen en delen
- Diigo (www.diigo.com):
bladwijzers en aantekeningen maken en delen
- Dik (www.dik.nl):
internetvideo’s vinden, verzamelen, delen
- Facebook (www.facebook.com):
sociaal netwerk
- Foursquare (www.foursquare.com):
inchecken en delen
- Google Art Project
www.googleartproject.com):
dwalen door musea
-
Google Body Browser (http://bodybrowser.googlelabs.com
/ http://www.zygotebody.com/):
in 3D door het menselijk lichaam
- Google Earth
(www.google.com/intl/nl/earth):
satellietfoto’s, kaarten, 3D-gebouwen en straatfoto’s
- Google Reader
(www.google.nl/reader):
RSS-lezer
- Hyves (www.hyves.nl):
sociaal netwerk
- Layar
(www.layar.com):
virtuele info toevoegen aan camerabeeld
- LibraryThing
(www.librarything.nl):
sociaal netwerk rond boeken, boeken catalogiseren, recensies delen
- LinkedIn (www.linkedin.com):
zakelijk netwerk
- Myspace (www.myspace.com):
sociaal netwerk
- Netvibes (www.netvibes.com):
eigen dashboard voor verzamelen relevante info, incl SoMe
- Ning (www.ning.com):
sociaal netwerk
- QR-code: info ontsluiten
- Quizlet (www.quizlet.com):
leerhulp in de vorm van vraag en antwoord.
- Quora (www.quora.com):
verzameling van vragen en antwoorden.
- Qwiki (www.qwiki.com):
zoekmachine die van info interactieve, multimediale presentaties
maakt
- RSS: melding nieuwe info
- SchoolBANK (www.schoolbank.nl):
reüniesite scholen
- Slidecast (www.slideshare.net):
presentaties vinden, gekoppeld met audio
- Slideshare (www.slideshare.net):
presentaties vinden
- Spotify (www.spotify.com):
muziek streamen en delen met je vrienden, achtergrondinfo vinden.
- Springpad
(http://springpadit.com):
digitaal organiseren en evt delen
- StumbleUpon
(www.stumbleupon.com):
op basis van interessegebieden sites vinden
- Tweetdeck (www.tweetdeck.com):
beheer SoMe-profielen; info zoeken
- Twitter (www.twitter.com):
info delen, vinden, zoeken
- Wikipedia (www.wikipedia.nl):
info vinden
- Yindo (www.yindo.nl):
online bibliotheek
- YouTube (www.youtube.com):
beeldbank
Verbinden
- Digg (http://digg.com):
artikelen vinden, plaatsen en delen; interesses delen met vrienden
- Edmodo (www.edmodo.com):
sociaal netwerk voor leerkrachten, leerlingen en scholen
-
Elgg (www.elgg.com):
sociaal netwerk voor online leren
- Everytrail (www.everytrail.com):
routes opslaan, info en foto’s koppelen
- Facebook (www.facebook.com):
sociaal netwerk
- Flickr (www.flickr.com):
foto’s en video’s delen
- Foursquare (www.foursquare.com):
inchecken en delen
- Glogster (www.glogster.com):
interactieve, digitale posters maken (onderwijsversie)
- Google+ (http://plus.google.com):
sociaal netwerk
- Google Latitude
(http://google.com/latitude):
inchecken en delen
- Habbo (www.habbo.nl):
virtuele wereld
- Hyves (www.hyves.nl):
sociaal netwerk
- Instagram
(http://instagr.am/):
foto’s maken, bewerken en delen; sociaal medium
- Kickstarter
(www.kickstarter.com):
meefinancieren van en meewerken aan projecten
- Last.fm (www.last.fm):
muziekprofiel
- LibraryThing (www.librarything.nl):
sociaal netwerk rond boeken, boeken catalogiseren, recensies delen
- LinkedIn (www.linkedin.com):
zakelijk netwerk
- Myspace (www.myspace.com):
sociaal netwerk
- Ning (www.ning.com):
sociaal netwerk
- Panfu (www.panfu.nl):
virtuele wereld voor 6-13 jaar
- Playchess (www.playchess.com):
schaakplatform
- Plurk
(www.plurk.com):
sociaal netwerk, vergelijkbaar met Twitter
- SchoolBANK (www.schoolbank.nl):
reüniesite scholen
- Second
life (www.secondlife.com):
virtuele wereld
- Tinychat (www.tinychat.com):
videoconferentie, nieuwe mensen ontmoeten
- Tumblr (www.tumblr.com):
berichten maken en delen
- Twitter (www.twitter.com):
microblog, info delen, vinden, zoeken
- Voki (www.voki.com):
personage maken dat jouw teksten uispreekt, personage kun je delen
(Voki classroom is een optie)
- WhatsApp (www.whatsapp.com):
berichten uitwisselen
- Yammer (www.yammer.com):
microblog
Samenwerken
- Cacoo (www.cacoo.com):
(samen) diagrammen maken en delen
- Diigo (www.diigo.com):
bladwijzers en aantekeningen maken en delen met specifieke groep
(onderwijsversie)
- Dik (www.dik.nl):
internetvideo’s vinden, verzamelen, delen; samenwerken
- Dropbox
(www.dropbox.com):
online bestanden opslaan en delen
- Edmodo (www.edmodo.com):
sociaal netwerk voor leerkrachten, leerlingen en scholen
- Elgg (www.elgg.com):
sociaal netwerk voor online leren
-
Evernote (www.evernote.com):
notities maken en delen
- Flixlab (www.flixlab.com):
(evt samen met anderen) filmpjes maken en bewerken (en delen via
Facebook). Alleen voor Apple beschikbaar. Link leidt niet naar de
website.
-
Game Studio (http://gamestudio.hetklokhuis.nl):
zelf of met groep games maken
- Google
Apps (www.google.com/a/help/intl/nl/edu):
diverse apps voor samenwerking (onderwijsversie)
- Google Docs
(http://docs.google.com):
samenwerken en delen van documenten en spreadsheets
- Google sites
(http://sites.google.com):
websites maken en samen bewerken
- LibraryThing (www.librarything.nl):
sociaal netwerk rond boeken, boeken catalogiseren, recensies delen,
discussiëren
- Lino-it (http://en.linoit.com):
opslaan, organiseren van en samenwerken aan notities
- Mindmeister
(www.mindmeister.com):
brainstormen via mindmaps maken
- Onenote
(http://office.microsoft.com/nl-nl/onenote):
samenwerken in digitaal notitieblok
- Office 365
(www.microsoft.com/nl-nl/office365):
in de cloud samenwerken met Officeprogramma’s (onderwijsversie)
- Office Web Apps
(www.office.microsoft.com/nl-nl/web-apps):
online samenwerken met enkele Officeprogramma’s
- Popplet (www.popplet.com):
digitaal prikbord, als mindmap te gebruiken, en presentatietool
(vergelijkbaar met Prezi)
- Skydrive
(http://skydrive.live.com):
bestanden in de cloud opslaan, bewerken en delen
- Sugarlabs (www.sugarlabs.org):
digitale leeromgeving waar kids ook kunnen samenwerken
- Symbaloo (www.symbaloo.com):
persoonlijke startpagina op internet (onderwijsversie:
www.symbalooedu.com)
- Twiddla (www.twiddla.com):
online overleggen over info die je op twiddla plaatst
(onderwijsaccount mogelijk)
- VoiceThread (http://voicethread.com):
multimediale blogs, anderen kunnen reageren/discussieren
(onderwijslicenties)
- Wallwisher (www.wallwisher.com):
samenwerken, interactieve presentaties
- Weebly (www.weebly.com):
eigen website maken, kan ook met groep (onderwijsversie)
- Wiki (www.mediawiki.org):
info maken, beheren, delen
- Yurls (www.yurls.net):
persoonlijke startpagina op internet
- Zoho (www.zoho.com):
in de cloud met officeprogramma’s samenwerken
Presenteren
- Animoto
(http://animoto.com):
videopresentaties van foto’s en videoclips (onderwijsversie)
- Audioboo (http://audioboo.fm):
opnemen en direct delen audiobestanden, bv interviews
- Autocollage
(http://research.microsoft.com/en-us/um/cambridge/projects/autocollage/):
fotocollages maken
- Bing Maps (www.bing.com/maps):
online atlas en routeplanner: zelf foto’s toevoegen
- Blogger (www.blogger.com):
alleen of als team bloggen
- Cacoo (www.cacoo.com):
diagrammen maken en delen
- Digg (http://digg.com):
artikelen vinden, plaatsen en delen
- Everytrail (www.everytrail.com):
routes opslaan, info en foto’s koppelen; routes delen
- Flickr (www.flickr.com):
foto’s en video’s delen
- Flixlab (www.flixlab.com):
(evt samen met anderen) filmpjes maken en bewerken (en delen via
Facebook). Alleen voor Apple beschikbaar. Link leidt niet naar de
website.
- Glogster (www.glogster.com):
interactieve, digitale posters maken (onderwijsversie)
- Go!Animate (www.goanimate.com):
animaties maken en delen (onderwijsversie)
- Google Sites (http://sites.google.com):
websites maken voor presentatie, spreekbeurt
- Google
Sketchup (http://sketchup.google.com
/ http://www.sketchup.com):
3D-modellen maken, delen en presenteren (onderwijsversie)
- Issuu (www.issuu.com):
online magazine maken en delen
- Jing
(www.techsmith.com/jing):
maken en delen van video-opnamen van beeldscherm met geluid, bijv om
handleidingen te maken
- Memolane (www.memolane.com):
(gezamenlijk) dagboek op basis van SoMe
- Montage (www.mymontage.com):
collage’s maken en delen
- Photosynt (www.photosynth.net):
360°-foto’s en 3D-beelden maken en delen
-
Picasa (http://picasa.google.nl):
foto’s bewerken en delen
- Popplet (www.popplet.com):
digitaal prikbord, als mindmap te gebruiken, en presentatietool
(vergelijkbaar met Prezi)
- Qik (www.qik.com):
videostreaming
- Scoop-it (www.scoop.it):
samen digitale krant maken op basis van digitale bronnen
- Screenr (www.screenr.com):
maken en delen van video-opnamen van beeldscherm met geluid voor
instructiefilmpjes
- Slidecast (www.slideshare.net):
audio koppelen aan je presentatie
- Slideshare (www.slideshare.net):
presentaties delen
- Storify (www.storify.com):
digitale verhalen maken mbv info digitale media
- Storybird (www.storybird.com):
prentenboeken lezen en maken; vooral voor 3-13 jaar
- Tagxedo (www.tagxedo.com):
woordwolk maken en zelf de vorm bepalen
- TimeRime (www.timerime.com):
interactieve tijdlijnen maken en delen (onderwijsversie)
- Tumblr (www.tumblr.com):
berichten maken en delen
- Twitter (www.twitter.com):
info delen, vinden, zoeken
- Ustream (www.ustream.tv):
live videobeelden versturen
- VoiceThread
(http://voicethread.com):
multimediale blogs, anderen kunnen reageren/discussiëren
(onderwijslicenties)
- Wallwisher (www.wallwisher.com):
samenwerken, interactieve presentaties
- Weebly (www.weebly.com):
eigen website maken (onderwijsversie)
- Wetoku
(wetoku.com,
webadres bestaat niet meer): opname interview delen in blog of op
site
- Wix (www.wix.com):
eigen website maken
- Wordle (www.wordle.net):
woordwolk maken
- Wordpress (www.wordpress.com):
blogs en sites maken
- Xtranormal (www.xtranormal.com):
zelf animaties maken (onderwijsmogelijkheid)
- Yammer (www.yammer.com):
microblog; info delen
- YouTube (www.youtube.com):
beeldbank
Anders
- Doodle (www.doodle.com):
online afspraken plannen
- Flipboard
(http://flipboard.com):
info van verschillende bronnen in 1 omgeving
- Graffiti Creator
(www.graffiticreator.net):
teksten en logo’s graffitiopmaak geven
- Hootsuite (www.hootsuite.com):
beheer SoMe-profielen
- ICloud (www.icloud.com):
online opslag van Apple
- iPiccy (www.ipiccy.com):
foto’s bewerken
- Kwik Surveys
(www.kwiksurveys.com):
enquêtes maken
- Lulu (www.lulu.com):
eigen boek uitgeven en verkopen (druk of e-book)
- Pixlr (www.pixlr.com):
foto’s bewerken
- Quizlet (www.quizlet.com):
leerhulp in de vorm van vraag en antwoord.
- Quara (www.quora.com):
verzameling van vragen en antwoorden
- Remember The Milk
(www.rememberthemilk.com):
online to-do-lijst en taakbeheer
- Repudo (www.repudo.com):
virtuele objecten achterlaten in de echte wereld door ze aan een
locatie te koppelen.
- Roamler (www.roamler.com):
opdrachten uitvoeren van een ander
- Skype (www.skype.com):
videobellen
- Socrative (www.socrative.com):
leerling-responssysteem
- Sugarlabs (www.sugarlabs.org):
digitale leeromgeving waar kids ook kunnen samenwerken
- SurveyMonkey
(www.surveymonkey.com):
enquêtes maken
- Tweetdeck (www.tweetdeck.com):
beheer SoMe-profielen
- Wufoo (www.wufoo.com):
formulieren maken
- Yunoo (www.yunoo.nl):
online huishoudboekje
- Ziggur (www.ziggur.nl):
bepalen wat na overlijden gebeurt met online identiteiten
1http://nl.wikipedia.org/wiki/Sociale_media
(12 juli 2012)
2http://en.wikipedia.org/wiki/Social_media
(12-7-2012)
3A.
Kaplan en M. Haenlein, Users of the world, Unite. The challanges and
opportunities of social media (Bussiness horizons, 53)
4M.
Schoondorp, Sociale media en de kansen voor het onderwijs,
(Surfnet/Kennisnet, 2010)
5L.
Hilgers en T. van Zadelhof, Boektweepuntnul (onderwijsuitgave)
(2011)
6http://social-networking.findthebest.com/
(12 juli 2012, 26 februari 2013)
9A.
Kaplan en M. Haenlein, Users of the world, Unite. The challanges and
opportunities of social media (Bussiness horizons, 53)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten