"Supporters hebben één recht, en dat is het recht om te klagen". Als mijn geheugen me niet in de steek laat, was het Willem van Hanegem die ooit deze woorden sprak. En als hij het niet was, dan zou ik ze graag aan hem toeschrijven, want het is één van mijn favoriete uitspraken uit de "voetballerij". Natuurlijk niet zo mooi als de uitspraak van Jeu Sprengers, midden jaren '80 als voorzitter van mijn grote jeugdliefde VVV (toen nog met FC voor de naam). Toen VVV ooit in de halve finale van de beker stond en mogelijk Europees voetbal zou halen, antwoordde Sprengers op de vraag wat er dan zou gebeuren: "Als we Europees voetbal halen worden we eerst heel erg dronken, want dat zal nooit meer gebeuren. En vervolgens verontschuldigen we ons bij onze supporters en zeggen dat dat toch echt niet de bedoeling was."
Ik deel de visie dat recht om te klagen het grootste supportersrecht is. Klagen is natuurlijk ook één van de belangrijkste redenen om naar het stadion te gaan. Het is ook een zekerheid: klagen kan altijd, ongeacht het resultaat of het spel. En zekerheden zijn belangrijk in het leven. Ook in het voetballeven.
Het is dan ook de plicht van de club om het klagen mogelijk te maken. Hiermee bedoel ik niet dat er allerlei spreekkoren toegestaan moeten worden, maar de club moet er wel voor zorgen dat supporters weten op wie ze moeten klagen, en ze ook de tijd krijgen zich hierop voor te bereiden.
De voormalig Vitesse-speler Carlos Fortes was voor mij een ideaal voorbeeld van een clubaankoop voor de klagers. Carlos liep in de meeste wedstrijden meer meters langs de zijlijn dan de beide grensrechters samen. En tijdens dat lange warmlopen konden we ons als supporters al heerlijk voorbereiden op het komend geklaag. Carlos was ook een ideale "klaagspeler". Hij kon best aardig voetballen (klagen op iemand die niets kan is niet leuk) en was meestal niet te beroerd om hard te werken (luie voetballers verdienen geen aandacht). Maar in al zijn voetbalenthousiasme ging er altijd wat mis en hij wist elke goede actie zelf te verprutsen. En dan krijg je het mooiste klagen: eerst klappen voor een mooie actie aan de zijlijn en dan het klagen omdat de voorzet weer eens in het publiek verdwijnt.
Sinds Jordania of Georginia of hoe heet ie bij Vitesse zit, is er echter niets meer te klagen. Niet omdat het voetbal goed is, maar omdat ik niet weer op wie ik klagen moet. Als ik voorafgaand aan de wedstrijd de opstelling doorneem, besluit ik toch maar weer om niet te gaan. De spelers zeggen me niets, ik weet niet hoe ze eruit zien, ik weet niet wat ze fout gaan doen. Per seizoen een paar nieuwe jongens, die ook nog eens geleidelijk en niet in een keer gebracht worden, dat kan ik als supporter aan. Maar in een keer 90 minuten klagen op spelers die ik nog nooit heb zien voetballen.... Ik heb geen idee hoe het moet. En dus ga ik ook morgen niet naar het Gelredome.....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten