Translate

woensdag 13 augustus 2025

Stickers ruilen en plannen smeden

 In de klas heeft niemand meer dan de helft van de stickers.

Lisa wil een rood pannaveldje.




Tom wil nieuwe speeltoestellen.
Amir wil een groen pannaveldje.
En Emma… wil eigenlijk gewoon een wipkip.


De meesterbaas zegt: “Wie meer dan de helft van de stickers heeft, wint.”

Lisa denkt na.
Ze heeft veel stickers, maar niet genoeg.
Dus ze praat met Amir.
“Als jij voor een rood pannaveldje stemt,” zegt Lisa, “dan zet ik er ook een groen doelnet bij.”
Amir knikt.

Tom hoort het en bedenkt iets.
“Als jullie ook een glijbaan nemen, stem ik op jullie.”
Lisa en Amir vinden dat goed.

Emma steekt haar vinger op.
“En een wipkip?”
Iedereen lacht. “Oké, één wipkip.”

En zo hebben ze samen meer dan de helft van de stickers.
Niet precies wat ieder zelf wilde…
maar wel genoeg om te winnen.

Dat heet samenwerken.
Of, zoals de meesterbaas zegt: coalitie maken.

Hoe meer stickers, hoe harder je stem



In de klas hebben sommige kinderen veel stickers gekregen.

Zo veel, dat ze er bijna onder bedolven worden.
Andere kinderen hebben maar één of twee stickers.
Of helemaal geen.

De meesterbaas zegt: “Kinderen met veel stickers moet ik extra goed luisteren.”
Waarom?
Omdat veel kinderen hebben gezegd: ‘Jij mag voor mij praten!’

Lisa heeft twaalf stickers.
Als zij zegt: “Ik wil een pannaveldje!”,
dan willen eigenlijk twaalf kinderen dat.

Tom heeft maar één sticker.
Als hij zegt: “Ik wil een glijbaan in de vorm van een banaan,”
dan wil eigenlijk maar één kind dat.

Dus… hoe meer stickers je hebt,
hoe meer kinderen hetzelfde willen als jij.
En hoe groter de kans dat de meesterbaas denkt:
Dat moet ik serieus nemen!

Zo werkt het bij verkiezingen ook:
Hoe meer stemmen,
hoe meer invloed je hebt in het gesprek.

Stickers tellen is makkelijk… beslissen niet!

 De gekozen kinderen zitten met de meesterbaas aan tafel.


Op tafel liggen twee grote tekeningen:
Eén van een pannaveldje.
Eén van een nieuw speeltoestel.

“Nou,” zegt de meesterbaas, “wat wordt het?”

Lisa steekt haar hand op. “Ik wil een rood pannaveldje.”
“Rood?!” roept Amir. “Nee, groen!”
“Groen is saai!” roept Lisa terug.

Dan zegt Tom: “Weet je wat? We doen een half pannaveldje en een half speeltoestel.”
Maar Emma schudt haar hoofd. “Dat past toch niet?!”

En dan is er Sam.
Sam zegt: “Ik wil een ijsje.
En ik stem op pannaveldje of speeltoestel…
net op wie mij een ijsje geeft.”

Iedereen praat door elkaar.
Niemand luistert.
De meesterbaas drinkt snel een slok thee.
En nog één.

Zo ontdekken de kinderen iets:
Kiezen is makkelijk.
Het eens worden… dat is een stuk lastiger!

Stickerstrijd op het schoolplein



Op school is er iets aan de hand.
Sommige kinderen willen een pannaveldje.
Andere kinderen willen nieuwe speeltoestellen.

De meesterbaas wil weten wat jullie willen.
Hij kan iedereen tegelijk laten praten.
Maar dan wordt het druk en rommelig.

Pietje praat heel hard.
Fatima zingt een liedje.
En Sam hangt ondersteboven aan de glijbaan.

Dus doet de meesterbaas iets slims.
Hij kiest een paar kinderen om mee te praten.
Maar… iedereen mag helpen kiezen wie dat worden.

Je krijgt een sticker.
Die plak je op het kind dat volgens jou mag meepraten.

Kinderen met de meeste stickers mogen bij de meesterbaas komen.
Daar beslissen ze samen: pannaveldje of speeltoestellen.

Dat is een verkiezing: samen kiezen wie namens jou mag praten. 

Hoe Vitesse herrijst uit de as


Er zijn van die scenario’s die te absurd zijn om serieus te overwegen. Een komeet die precies op de Arena knalt. Feyenoord dat zich inschrijft voor de korfbalcompetitie. Ajax-fans die vrijwillig hun seizoenkaart aan PSV doneren. Maar sinds kort staat er één nieuw hoofdstuk in mijn persoonlijke doemscenario-bijbel: de dag dat de Russen komen en Vitesse als enige club in het Nederlandse betaald voetbal overblijft.

Het begint met de invasie. Geen tanks bij de Afsluitdijk, maar bij De Kuip. Poetin annexeert niet alleen grondgebied, maar ook het betaald voetbal. De Eredivisie wordt per decreet afgeschaft. KNVB eruit, Russische Voetbalbond erin. In Zeist hangen ze nog snel een portret van Van Gaal naast dat van Stalin, maar het mag niet baten.

Dan komt het wonder van Arnhem. Vitesse, allang failliet en uit elkaar gevallen, wordt plots nieuw leven ingeblazen. Waarom? Omdat die illegale roebels, ooit weggestopt in schimmige rekeningen op Cyprus, ineens weer wat waard zijn. De clubkas vult zich als bij toverslag. Er wordt champagne ontkurkt in een leeg supportershome waar het stof nog in de lucht hangt.

En Poetin? Die knikt goedkeurend. Hij heeft altijd iets gehad met Arnhem. Of beter gezegd: met clubs die op papier van buitenlandse oligarchen zijn. Het besluit is snel genomen: Vitesse mag als enige Nederlandse club meedoen in de Mir Russian Premier League.

Dus daar staan ze, volgend seizoen: uit bij Zenit Sint-Petersburg, thuis tegen CSKA Moskou. In de GelreDome wapperen Russische vlaggen, het Wilhelmus is vervangen door het volkslied van de Russische Federatie, en de VAR staat in het Kremlin. Het publiek? Een mengeling van verdwaalde Arnhemmers, ingehuurde Kozakken en een paar soldaten die dachten dat ze naar het circus gingen.

En zo eindigt ons voetbal: niet met een kampioensfeest, maar met Vitesse – de laatste der Mohikanen – als trotse satellietclub in Poetins imperium. En geloof me: op die dag juichen we niet meer voor een doelpunt, maar omdat de kogels er dit keer naast gingen.

(Geschreven in samenwerking met ChatGPT)