Wie op twitter zit, maakt het ongetwijfeld op dit moment mee: een terreur van eitjes. Voor de niet twitteraars onder ons: als je op twitter geen profielfoto opload maar gebruikt maakt van de avatars die twitter zelf beschikbaar stelt, dan heb je als avatar een eitje. Je kunt weliswaar kiezen uit verschillende kleuren, maar je blijft een ei.
De laatste dagen is er op twitter sprake van een ware eitjesterreur. Helaas moet ik zeggen dat die eitjes meestal Arabisch klinkende namen hebben. En hun teksten doen soms denken aan een oorlogsscenario van een sterk religieus georiënteerde groepering. Dat is overigens niet altijd zo, en ik moet eerlijk bekennen dat ik ondanks mijn cursus Russsisch van 25 jaar geleden, veel eitjes niet kan volgen.
De grote vraag is natuurlijk: wat is er hier aan de hand? Wat doen al die eitjes op twitter en ook: wat doen wij ertegen. Wat dat laatste betreft, we kunnen ze rapporteren als spam en blokkeren. Daarmee is het eitje natuurlijk snel uitgekookt, maar de mens (of bot) achter het eitje, zal snel een nieuw eitje leggen. En zo zal de eierterreur door gaan.
De terreur heeft inmiddels dusdanige vormen aangenomen, dat ik verwacht dat er snel tegen optreden zal worden. Een minister van eitjes lijkt me wel het minste. En om ieder risico te voorkomen, vind ik ook dat alle pluimveebedrijven preventief geruimd moeten worden. Verder moet elk projectX-feest waarbij vooraf afgesproken is dat er minimaal 10.000 eitjes worden stukgegooid subsidie van de overheid krijgen.
Translate
zaterdag 29 september 2012
maandag 17 september 2012
Het einde van het CDA
Ik ben opgegroeid in het midden van Limburg. In een jeugd, die enkele zekerheden kende. De plaatselijke voetbalclub zou vierde klasse voetballen, met carnaval waren de cafés overvol en bij elke verkiezing zou het CDA de meerderheid halen. Dat laatste wisten, in mijn jeugd, overigens veel dorpsgenoten nog niet. Die stemden namelijk niet CDA, die stemden KVP, de partij die nog nauwelijks tien jaar haar naam van het kiesbiljet had gehaald.
Die dominantie van het CDA was veel jongeren met mij een doorn in het oog. Of we nu links waren of rechts of dat we uit het midden kwamen, we hadden het gevoel dat elke Limburgse verkiezing een overbodige was. Behalve dan de lokale, want daar waren het de lokale lijsten en niet het CDA die domineerden. Logisch ook, want de lijsttrekkers van die lokale lijsten stemden bijna allemaal CDA. Waren er geen lokale lijsten geweest, dan had het CDA in elke gemeente de absolute meerderheid gehad.
Het bekijken van de uitslagen van de laatste tweedekamerverkiezingen, levert dan ook een vreselijk beeld op. Het CDA bestaat niet meer in Limburg. Natuurlijk, er zijn nog enkele Limburgers die, net als in de rest van het land, op de christendemocraten stemmen, maar dat is een kleine minderheid geworden. Het almachtige CDA is opgeslokt, opgegeten en weggevaagd door die andere partijen, waarvan iedereen dertig jaar geleden in Limburg nog vond dat ze van god los waren.
Ik zie me nog staan, als vijftienjarige. We hadden net de Stichting Limbabwe Free Promotion opgericht. Een stichting die geen stichting was, er kwam geen notaris aan te pas. Met Stichting wezen we niet zozeer naar de juridische vorm, maar we vonden het een hele neutrale term voor een organisatie. Geen "partij" of "beweging", dat klonk te politiek om een ieder te verenigen.
De SLFP had als slogan: "Limburg vrij van CDA-dictatuur". Daarbij wisten wij natuurlijk ook wel dat het geen dictatuur in de letterlijke betekenis van het woord was, maar wij voelden te veel almacht bij de christendemocraten. Zoals bij de CSU in Bayern. De posters die we ophingen, toonden een gebroken kruis. Een knipoog naar het onder antimilitaristen populaire gebroken geweertje.
We waren jongens, gewone jongens. Jongens met heel uiteenlopende opvattingen over politiek. Jongens die nu misschien wel stemmen van PVV tot SP, en zelfs in splinters links en rechts daar van. Jongens die kiezen voor VVD of PvdA of D66. Gewone jongens. Maar toen waren we niet gewoon. We waren anders, omdat we wisten dat het politieke monopolie van het CDA geen goede zaak was. Daar streden we tegen.
Dertig jaar later, is het CDA zelfs in Limburg geen partij meer om rekening mee te houden. De stemmen zijn verdwenen. En wij, de gewone Limburgse jongens die ooit toekeken en dachten, zien ons gelijk. Een gelijk dat niets te maken heeft met religieuze of politieke opvattingen. Een gelijk dat alles te maken heeft met een partij die te almachtig was, die te automatisch haar stemmen trok, en daarmee uiteindelijk al haar potentiële kiezers tegen zich in het harnas heeft gejaagd.
Die dominantie van het CDA was veel jongeren met mij een doorn in het oog. Of we nu links waren of rechts of dat we uit het midden kwamen, we hadden het gevoel dat elke Limburgse verkiezing een overbodige was. Behalve dan de lokale, want daar waren het de lokale lijsten en niet het CDA die domineerden. Logisch ook, want de lijsttrekkers van die lokale lijsten stemden bijna allemaal CDA. Waren er geen lokale lijsten geweest, dan had het CDA in elke gemeente de absolute meerderheid gehad.
Het bekijken van de uitslagen van de laatste tweedekamerverkiezingen, levert dan ook een vreselijk beeld op. Het CDA bestaat niet meer in Limburg. Natuurlijk, er zijn nog enkele Limburgers die, net als in de rest van het land, op de christendemocraten stemmen, maar dat is een kleine minderheid geworden. Het almachtige CDA is opgeslokt, opgegeten en weggevaagd door die andere partijen, waarvan iedereen dertig jaar geleden in Limburg nog vond dat ze van god los waren.
Ik zie me nog staan, als vijftienjarige. We hadden net de Stichting Limbabwe Free Promotion opgericht. Een stichting die geen stichting was, er kwam geen notaris aan te pas. Met Stichting wezen we niet zozeer naar de juridische vorm, maar we vonden het een hele neutrale term voor een organisatie. Geen "partij" of "beweging", dat klonk te politiek om een ieder te verenigen.
De SLFP had als slogan: "Limburg vrij van CDA-dictatuur". Daarbij wisten wij natuurlijk ook wel dat het geen dictatuur in de letterlijke betekenis van het woord was, maar wij voelden te veel almacht bij de christendemocraten. Zoals bij de CSU in Bayern. De posters die we ophingen, toonden een gebroken kruis. Een knipoog naar het onder antimilitaristen populaire gebroken geweertje.
We waren jongens, gewone jongens. Jongens met heel uiteenlopende opvattingen over politiek. Jongens die nu misschien wel stemmen van PVV tot SP, en zelfs in splinters links en rechts daar van. Jongens die kiezen voor VVD of PvdA of D66. Gewone jongens. Maar toen waren we niet gewoon. We waren anders, omdat we wisten dat het politieke monopolie van het CDA geen goede zaak was. Daar streden we tegen.
Dertig jaar later, is het CDA zelfs in Limburg geen partij meer om rekening mee te houden. De stemmen zijn verdwenen. En wij, de gewone Limburgse jongens die ooit toekeken en dachten, zien ons gelijk. Een gelijk dat niets te maken heeft met religieuze of politieke opvattingen. Een gelijk dat alles te maken heeft met een partij die te almachtig was, die te automatisch haar stemmen trok, en daarmee uiteindelijk al haar potentiële kiezers tegen zich in het harnas heeft gejaagd.
Labels:
CDA,
Limburg,
tweede kamer,
verkiezingen,
VVD
donderdag 13 september 2012
Peilen en voorspellen, verkiezingen en accountants
Op het moment dat ik deze blog begin, hoor ik op de achtergrond Maurice de Hond die uitlegt dat peilingen geen voorspellingen zijn. Dat heb ik vandaag vaker gehoord, heel vaak zelfs. Peilers meten wat mensen gisteren zouden doen als ze denken dat morgen geweest is. Peilers meten, met andere woorden, wat mensen in het verleden dachten over de toekomst. Dat doen ze met behulp van verfijnde statistische technieken, en dat doen ze in mijn ogen op een verantwoorde en betrouwbare wijze.Betrouwbaar, net zoals de accountant op een betrouwbare wijze uitspraken doet over de jaarrekening, die het verleden beschrijft.
Maar, zoals blijkt uit de reacties, heeft het maatschappelijk verkeer helemaal geen behoefte aan dit soort peilingen over het verleden. Het maatschappelijke verkeer wil voorspellingen. Net zoals het maatschappelijk verkeer liever zou zien dat een accountant iets zou zeggen over de toekomst, en niet over het verleden. De peilingen zijn betrouwbaar, maar niet valide, in het oog van wat mensen zouden willen weten. Wat ze namelijk willen weten, is hoe de toekomst eruit ziet.
Zelf voorspelde ik, in een reactie op een reactie op mijn eigen blog over de scholierenverkiezingen, dat de Piratenpartij 0,3 % zou halen. Dat was geen peiling, maar een voorspelling. Een eenvoudige voorspelling zelfs, gebaseerd op de "formule van Cluitmans", die ik hier uiteraard niet ga onthullen. Maar het is een formule die peilingen en metingen omzet in voorspellingen. Een omzetting die niets meer met statistiek te maken heeft, maar met daadwerkelijk voorspellen, in de toekomst kijken. Een formule die ik als historicus ontworpen heb en die mijn historische kennis en ervaring transformeerde naar futurologie. Want dat is de wetenschap, volgens velen geen wetenschap overigens, die zich bezig houdt met de toekomst.
Zowel peilers als accountants zouden zich, als ze willen voldoen aan de wensen van het maatschappelijke verkeer, bezig moeten houden met het genereren van informatie die iets zegt over de toekomst, en niet over het verleden. Data uit het verleden zijn daarbij uiteraard de basis. Het analyseren van trends en ontwikkelingen is een wezenlijke aanvulling daarop. Maar uiteindelijk draait het om het professional judgement van de "ziener" die op basis daarvan een conclusie durft te trekken over de toekomst, en die tegelijkertijd over de tools beschikt om dat te doen.
Dat voorspellen wel degelijk mogelijk is, zal ik gaan bewijzen in de komende jaren. Los van alle peilingen, mag u van mij een voorspelling verwachten van de volgende verkiezingsuitslag bij de volgende verkiezingen. Wanneer die plaatsvinden, weet ik net zo min als u. Maar als die datum in zicht komt, zal ik u maanden van te voren een uitslag voorspellen, die dichter bij de waarheid zal liggen dan de peilingen van de avond voor de verkiezingen. Die techniek zou ook iedere accountant moeten beheersen. Voorspellen wat er met een bedrijf gebeurt, maanden of jaren voor het zich voordoet. Misschien is het niet makkelijk, maar het is wel de toekomst.
Maar, zoals blijkt uit de reacties, heeft het maatschappelijk verkeer helemaal geen behoefte aan dit soort peilingen over het verleden. Het maatschappelijke verkeer wil voorspellingen. Net zoals het maatschappelijk verkeer liever zou zien dat een accountant iets zou zeggen over de toekomst, en niet over het verleden. De peilingen zijn betrouwbaar, maar niet valide, in het oog van wat mensen zouden willen weten. Wat ze namelijk willen weten, is hoe de toekomst eruit ziet.
Zelf voorspelde ik, in een reactie op een reactie op mijn eigen blog over de scholierenverkiezingen, dat de Piratenpartij 0,3 % zou halen. Dat was geen peiling, maar een voorspelling. Een eenvoudige voorspelling zelfs, gebaseerd op de "formule van Cluitmans", die ik hier uiteraard niet ga onthullen. Maar het is een formule die peilingen en metingen omzet in voorspellingen. Een omzetting die niets meer met statistiek te maken heeft, maar met daadwerkelijk voorspellen, in de toekomst kijken. Een formule die ik als historicus ontworpen heb en die mijn historische kennis en ervaring transformeerde naar futurologie. Want dat is de wetenschap, volgens velen geen wetenschap overigens, die zich bezig houdt met de toekomst.
Zowel peilers als accountants zouden zich, als ze willen voldoen aan de wensen van het maatschappelijke verkeer, bezig moeten houden met het genereren van informatie die iets zegt over de toekomst, en niet over het verleden. Data uit het verleden zijn daarbij uiteraard de basis. Het analyseren van trends en ontwikkelingen is een wezenlijke aanvulling daarop. Maar uiteindelijk draait het om het professional judgement van de "ziener" die op basis daarvan een conclusie durft te trekken over de toekomst, en die tegelijkertijd over de tools beschikt om dat te doen.
Dat voorspellen wel degelijk mogelijk is, zal ik gaan bewijzen in de komende jaren. Los van alle peilingen, mag u van mij een voorspelling verwachten van de volgende verkiezingsuitslag bij de volgende verkiezingen. Wanneer die plaatsvinden, weet ik net zo min als u. Maar als die datum in zicht komt, zal ik u maanden van te voren een uitslag voorspellen, die dichter bij de waarheid zal liggen dan de peilingen van de avond voor de verkiezingen. Die techniek zou ook iedere accountant moeten beheersen. Voorspellen wat er met een bedrijf gebeurt, maanden of jaren voor het zich voordoet. Misschien is het niet makkelijk, maar het is wel de toekomst.
dinsdag 11 september 2012
Stemmende jongeren
Morgen mogen we weer stemmen. Wie vergeten is hoe dat komt, moet misschien mijn blog Catshuiscrisis voor kinderen nog eens lezen. Hopelijk hebben alle docenten die basisschoolleerlingen hebben laten stemmen, ze inderdaad ook op deze blog gewezen.
Mijn kinderen zijn wel voor vrij downloaden, en dus hadden zij, als ze hadden kunnen meedoen, op de Piratenpartij gestemd.Van de ruim 16.000 basisschoolleerlingen deed dat uiteindelijk 2%. Als het echte verkiezingen waren, zou dat toch goed zijn voor 3 zetels. Maar ja, zoals de BBC-commentator altijd zei bij tussentijdse verkiezingen omdat er weer eens een parlementslid overleden was: "well it isn't a general election, but look at the swing if it was". Overigens kunnen de Zeerovers hier niet al te veel hoop uit putten: twee jaar geleden scoorden ze al ruim 1%.
Met alle respect voor de kleinsten onder ons, vind ik de uitslag van de scholierenverkiezingen toch net wat interessanter. Misschien omdat ik zelf politiek actief was in mijn scholierentijd (toen de wereld simpel was, in elk geval bij ons: was je links, dan stemde je PSP, was je rechts VVD en wist je het niet D66), maar ook omdat ik jaren lang met plezier aan scholieren les heb mogen geven. En deze uitslagen tonen, zeker ook in vergelijking met de verkiezingen van twee jaar geleden, een duidelijke trend naar de toekomst.
Laten we maar eens beginnen met het CDA. Deze partij, toch al niet populair onder jongeren, verliest wederom 1/3 van haar zetels en komt nu uit op 3 %. Ten opzichte van 2006, één schoolgeneratie later, is er nog een kwart van de aanhang over. Dat wat we in de echte verkiezingen ook gaan zien, zien we zich al bij de jeugd aftekenen. Het CDA, dat in mijn jeugd nog als een onneembaar bolwerk in het midden van de politiek leek te staan, heeft zijn zwanenzang bijna voltooid. Mogelijk heeft het CDA overigens wel enige last van de naam van zijn lijsttrekker: gezien de populariteit van de Piratenpartij, zal de associatie die zijn naam oproept met de auteursrechtenbeschermer het onder jongeren niet goed doen.
Met de Piratenpartij is meteen ook de meest opvallende partij van de scholierenverkiezingen genoemd. Althans, zo lijkt het. De partij kreeg de stem van bijna 11 duizend scholieren, ruim 9 %. Dat lijkt spectaculair, maar twee jaar geleden kreeg de Piratenpartij bijna 5 duizend stemmen, toen goed voor ruim 5 % van de scholieren, om bij de echte verkiezingen op 10 duizend te blijven steken. Op basis van de uitslag van de scholierenverkiezingen, is de zetel voor de Piratenpartij dus nog ver weg. Maar de Piratenpartij toont zich onder de scholieren wel een blijvertje met potentie. Als de dames en heren Piraten de volharding hebben van de SP in de jaren '80 dan zit in de toekomst een zetel er wellicht in. Zeker ook omdat het hoofdthema van de partij een onderwerp is dat in de toekomst nog veel aandacht zal gaan krijgen en maatschappelijker steeds belangrijker zal gaan worden.
Die andere piraat, Geert Wilders, is onder de jongeren duidelijk op zijn retour. Hij zakt van 19 naar 12,6 %. Een uitslag die, met enige marge natuurlijk, vergelijkbaar zal zijn met de uitslag die Wilders morgen zal behalen. Dat voorspelt dat Wilders nog wel even zal blijven, maar dat hij tegelijkertijd niet zal doorgroeien vanuit de jongeren, naar de hoogten die hij nastreeft.
Triester gesteld is het met de Partij voor de Dieren. Die partij, die het bij de grote mensen redelijk lijkt de toen, komt bij de jongeren maar niet vooruit. De 5 % bij de scholierenverkiezingen is minder dan een procent meer dan 6 jaar geleden. Houden we rekening met de "paardenmeisjesbonus" die de partij bij de jeugd krijgt, dan zien we een partij die weliswaar op termijn op een paar zetels kan rekenen, maar waarvan geen toekomstige klappers verwacht kunnen worden.
Groen Links is onder de scholieren nu net zo groot als de PSP 35 jaar geleden. In 1998 scoorde de partij nog bijna 18 %, daar zijn er minder dan 4 van over. Net als de PVV scoort GroenLinks onder de jongeren vergelijkbaar met het volwassen deel van de bevolking. Gezien het verleden van de partij en haar voorlopers, geeft dit ook weinig hoop voor de toekomst voor wat ooit de hoop van links Nederland was. En ook de trend bij haar opvolger op de linkerflank, de SP, is niet zodanig dat we er een goede toekomst voor kunnen zien.
Kortom, als het CPB zich waagt aan voorspellingen over de economie in 2040, dan mogen wij ook wel een politiek doorkijkje maken. PvdA en VVD zijn er nog steeds. De partijen, die beiden zijn ontstaan in de geest van de bevrijding in 1945, gaan de eeuw overleven. De christelijke partijen spelen een rol in de marge, en D66 beweegt zich ergens tussen bijna verdwenen en groot succes, zoals de partij al vanaf de oprichting doet. Op de flanken zien we wat beweging van mogelijk SP, GroenLinks en PVV maar mogelijk ook andere die de plek innemen. De Partij voor de Dieren heeft, ondanks de fusie met de Boerenpartij, het niet overleefd. En dus ontstaat er de komende jaren voldoende ruimte voor nieuwe partijen. Ik ben benieuwd wie in dit tijdelijke gat springt.
Mijn kinderen zijn wel voor vrij downloaden, en dus hadden zij, als ze hadden kunnen meedoen, op de Piratenpartij gestemd.Van de ruim 16.000 basisschoolleerlingen deed dat uiteindelijk 2%. Als het echte verkiezingen waren, zou dat toch goed zijn voor 3 zetels. Maar ja, zoals de BBC-commentator altijd zei bij tussentijdse verkiezingen omdat er weer eens een parlementslid overleden was: "well it isn't a general election, but look at the swing if it was". Overigens kunnen de Zeerovers hier niet al te veel hoop uit putten: twee jaar geleden scoorden ze al ruim 1%.
Met alle respect voor de kleinsten onder ons, vind ik de uitslag van de scholierenverkiezingen toch net wat interessanter. Misschien omdat ik zelf politiek actief was in mijn scholierentijd (toen de wereld simpel was, in elk geval bij ons: was je links, dan stemde je PSP, was je rechts VVD en wist je het niet D66), maar ook omdat ik jaren lang met plezier aan scholieren les heb mogen geven. En deze uitslagen tonen, zeker ook in vergelijking met de verkiezingen van twee jaar geleden, een duidelijke trend naar de toekomst.
Laten we maar eens beginnen met het CDA. Deze partij, toch al niet populair onder jongeren, verliest wederom 1/3 van haar zetels en komt nu uit op 3 %. Ten opzichte van 2006, één schoolgeneratie later, is er nog een kwart van de aanhang over. Dat wat we in de echte verkiezingen ook gaan zien, zien we zich al bij de jeugd aftekenen. Het CDA, dat in mijn jeugd nog als een onneembaar bolwerk in het midden van de politiek leek te staan, heeft zijn zwanenzang bijna voltooid. Mogelijk heeft het CDA overigens wel enige last van de naam van zijn lijsttrekker: gezien de populariteit van de Piratenpartij, zal de associatie die zijn naam oproept met de auteursrechtenbeschermer het onder jongeren niet goed doen.
Met de Piratenpartij is meteen ook de meest opvallende partij van de scholierenverkiezingen genoemd. Althans, zo lijkt het. De partij kreeg de stem van bijna 11 duizend scholieren, ruim 9 %. Dat lijkt spectaculair, maar twee jaar geleden kreeg de Piratenpartij bijna 5 duizend stemmen, toen goed voor ruim 5 % van de scholieren, om bij de echte verkiezingen op 10 duizend te blijven steken. Op basis van de uitslag van de scholierenverkiezingen, is de zetel voor de Piratenpartij dus nog ver weg. Maar de Piratenpartij toont zich onder de scholieren wel een blijvertje met potentie. Als de dames en heren Piraten de volharding hebben van de SP in de jaren '80 dan zit in de toekomst een zetel er wellicht in. Zeker ook omdat het hoofdthema van de partij een onderwerp is dat in de toekomst nog veel aandacht zal gaan krijgen en maatschappelijker steeds belangrijker zal gaan worden.
Die andere piraat, Geert Wilders, is onder de jongeren duidelijk op zijn retour. Hij zakt van 19 naar 12,6 %. Een uitslag die, met enige marge natuurlijk, vergelijkbaar zal zijn met de uitslag die Wilders morgen zal behalen. Dat voorspelt dat Wilders nog wel even zal blijven, maar dat hij tegelijkertijd niet zal doorgroeien vanuit de jongeren, naar de hoogten die hij nastreeft.
Triester gesteld is het met de Partij voor de Dieren. Die partij, die het bij de grote mensen redelijk lijkt de toen, komt bij de jongeren maar niet vooruit. De 5 % bij de scholierenverkiezingen is minder dan een procent meer dan 6 jaar geleden. Houden we rekening met de "paardenmeisjesbonus" die de partij bij de jeugd krijgt, dan zien we een partij die weliswaar op termijn op een paar zetels kan rekenen, maar waarvan geen toekomstige klappers verwacht kunnen worden.
Groen Links is onder de scholieren nu net zo groot als de PSP 35 jaar geleden. In 1998 scoorde de partij nog bijna 18 %, daar zijn er minder dan 4 van over. Net als de PVV scoort GroenLinks onder de jongeren vergelijkbaar met het volwassen deel van de bevolking. Gezien het verleden van de partij en haar voorlopers, geeft dit ook weinig hoop voor de toekomst voor wat ooit de hoop van links Nederland was. En ook de trend bij haar opvolger op de linkerflank, de SP, is niet zodanig dat we er een goede toekomst voor kunnen zien.
Kortom, als het CPB zich waagt aan voorspellingen over de economie in 2040, dan mogen wij ook wel een politiek doorkijkje maken. PvdA en VVD zijn er nog steeds. De partijen, die beiden zijn ontstaan in de geest van de bevrijding in 1945, gaan de eeuw overleven. De christelijke partijen spelen een rol in de marge, en D66 beweegt zich ergens tussen bijna verdwenen en groot succes, zoals de partij al vanaf de oprichting doet. Op de flanken zien we wat beweging van mogelijk SP, GroenLinks en PVV maar mogelijk ook andere die de plek innemen. De Partij voor de Dieren heeft, ondanks de fusie met de Boerenpartij, het niet overleefd. En dus ontstaat er de komende jaren voldoende ruimte voor nieuwe partijen. Ik ben benieuwd wie in dit tijdelijke gat springt.
Abonneren op:
Posts (Atom)